Past tenses

Past tenses
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Past tenses

Slide 1 - Tekstslide

The past simple
What?
  • De verleden tijd

Use
  • We gebruiken dit voor iets wat in het verleden is gebeurd en wat afgelopen is.


Form: stam +-ed or irregular verbs  / did ... stam? / did not + stam
  • Affirmative: I lived in Spain. / She made pizza yesterday.
  • Interrogative: Did they swim yesterday? / Did it bark at everyone?
  • Negative: We did not like the spaghetti / He did not study in Italy two years ago.
Signaalwoorden
Lady
  • Last month
  • two days Ago
  • Date (1945)
  • Yesterday
+
?
-

Slide 2 - Tekstslide

'To be' has different rules!

Slide 3 - Tekstslide

The past simple
What is the past simple?

  • Het voltooid verleden tijd

  • (verleden simple)

Slide 4 - Tekstslide

The past simple
When do we use the past simple?

  • Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd en dat het nu afgelopen is.
  • In de zin kan je vaak zien wanneer iets is gebeurd

  • He visited his family yesterday
  • They went to the mall two weeks ago.

Welke andere signaalwoorden ken je?

Slide 5 - Tekstslide

The past simple: onregelmatig ww 'to be'
Bevestigende zinnen
  • Twenty-five years ago, my father was twelve years old.
  • We were on a break last week

Otkennende zinnen
  • My father wasn't twelve years old / We weren't on a break last week

Vraagzinnen
  • Was my father twelve years old?  / Were we on a break last week

Slide 6 - Tekstslide

The past simple
How do we form the past simple?

Regematige werkwoorden: werkwoord + ed
  • visit ==> he visited his family yesterday
  • cook ==> my father cooked for me last week

Onregelmatige werkwoorden: Uit het hoofd leren!!
  • I saw a fish fly last night (werkwoord: to see)

Slide 7 - Tekstslide

The past simple
How do we form a question with the past simple?
  • He visited his family yesterday.
  • Did he visit his family yesterday?

  • Did + onderwerp + hele werkwoord (stam)

*Dit geldt ook voor onregelmatige werkwoorden!
I saw a fish --> Did I see a fish? 
NIET Did I saw a fish?

Slide 8 - Tekstslide

The past simple
How do we form a negative sentence?
  • My father cooked for me last week
  • My father didn't cook for me last week

  • Onderwerp + didn't + hele werkwoord

*Dit geldt ook voor onregelmatige werkwoorden!
I saw a fish --> Did I see a fish?
NIET  I didn't saw a fish?

Slide 9 - Tekstslide

Let op!
  • werkwoord eindigend op –e: alleen +D 
  • dance ==> danced
  • Werkwoorden eindigend op medeklinker+Y: Y wordt i
  • Try --> Tried
  • Werkwoorden eindigend op een korte klinker en medeklinker: medeklinker verdubbelen+ed
  • plan -->Planned
  • Werkwoorden met meer lettergrepen, eindigend op L: +LED 
  • travel --> travelled


Slide 10 - Tekstslide

The past simple: samenvatting
Bevestigende zinnen
  • Regelmatige werkwoorden ==> My father cooked for me last week
  • Onregelmatige werkwoorden ==> My sister saw fish fly

Otkennende zinnen
  • My father didn't cook for me last week / My sister didn't see fish fly

Vraagzinnen
  • Did my father cook for me last week? / Did my sister see fish fly?

Slide 11 - Tekstslide

Let op!
  • werkwoord eindigend op –e: alleen +D 
  • dance ==> danced
  • Werkwoorden eindigend op medeklinker+Y: Y wordt i
  • Try --> Tried
  • Werkwoorden eindigend op een korte klinker en medeklinker: medeklinker verdubbelen+ed
  • plan -->Planned
  • Werkwoorden met meer lettergrepen, eindigend op L: +LED 
  • travel --> travelled


Slide 12 - Tekstslide

Classroom activities 

Slide 13 - Tekstslide