b: corrigez les devoirs de la semaine dernière
: U3 : 1-4, 6, 7
LIRE Exercice 6 1 Soep uitdelen aan daklozen (E)
2 oude mensen helpen in een bejaardenhuis (C)
3 Boeken opruimen in een bibliotheek (D)
4 Voedselpakketten klaarmaken (F)
5 Documenten ordenen (B)
6 Zorgen voor dieren uit een kennel (A)
Exercice 7 1 participer à = deelnemen aan
2 remplie = gevuld / 3 d’ailleurs = trouwens
4 trier les déchets = afval scheiden / 5 distribuer = uitdelen
6 obtenir = behalen / krijgen / 7 alimentaires = voedings-
8 en échange de = in ruil voor /9 des besoins = behoeften
10 annuel = jaarlijks