9.2 Zoutoplossingen bij elkaar brengen + 9.3 Een slecht oplosbaar zout maken (Verkorte les)

9.2 Zoutoplossingen bij elkaar brengen + 9.3 Een slecht oplosbaar zout maken (Verkorte les)
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

9.2 Zoutoplossingen bij elkaar brengen + 9.3 Een slecht oplosbaar zout maken (Verkorte les)

Slide 1 - Tekstslide

Programma
-Formatieve check
10 min
-Oefeningen nakijken
10 min
-Oplosbaarheidstabel
15 min
-Neerslagreacties
15 min

Slide 2 - Tekstslide

Formatieve check
Klik op de link om naar een nieuwe les te gaan, hierbij kan je zelf feedback geven op je leerdoelen:
Checks voor 9.2 Zoutoplossingen bij elkaar brengen + 9.3 Een slecht oplosbaar zout maken

De laatste slide sla je voor nu over, deze is voor het einde van de les!

Slide 3 - Tekstslide

Oefeningen nakijken
Ik loop langs om te controleren of je je spullen bij je hebt en of de oefeningen gemaakt zijn.

De antwoorden staan in het eerste tabblad van de Studiewijzer in Magister.
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je twee zoutoplossingen bij elkaar voegt.
  • Je kunt een neerslagvergelijking opstellen als twee zoutoplossingen samen een slecht oplosbaar zout vormen.
  • Je kunt de tribune-ionen aangeven bij een neerslagvergelijking.
  • Je kunt benoemen welke twee zoutoplossingen je kunt kiezen om een slecht oplosbaar zout te bereiden.
  • Je kunt beschrijven hoe je een slecht oplosbaar zout uit een mengsel kunt halen.
  • Je kunt de processen uitleggen die in een blokschema staan.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom ontstaat soms een oplossing en soms een suspensie wanneer 2 zoutoplossingen worden gecombineerd?

Slide 6 - Open vraag

Een oplossing van natriumcarbonaat en een oplossing van calciumchloride worden samengebracht. Maak een oplosbaarheidstabel op papier.
A
Gedaan!

Slide 7 - Quizvraag

De zoutoplossingen van bariumhydroxide en natriumcarbonaat worden samengevoegd. Maak een oplosbaarheidstabel op papier en geef aan welke 2 ionen samen gaan neerslaan.
A
Barium en hydroxide
B
Barium en carbonaat
C
Natrium en carbonaat
D
Natrium en hydroxide

Slide 8 - Quizvraag

Geef de neerslagvergelijking tussen en
Ba2+
CO32

Slide 9 - Open vraag

Welke 2 zoutoplossingen kan je gebruiken om het zout koperfosfaat te maken?

Slide 10 - Open vraag

Blokschema
Blokschema = schematische weergave van een productieproces.






Blokschema heeft 2 vereisten:
Blokken, hierin staat wat er in dat blok gebeurt. (vaak een scheiding of reactie)
Input pijlen en output pijlen, hierin staat wat er in en uit de blokken gaat.

Slide 11 - Tekstslide

Oefeningen
Ga aan de slag met de volgende oefeningen:

Hoofdstuk 9 Paragraaf 2:
1 t/m 13

Hoofdstuk 9 Paragraaf 3:
1, 3 t/m 6, 8, 9, 10

Slide 12 - Tekstslide

Welke leerdoelen beheers je?
Klik op de link, deze opent weer de check. Vul nu de laatste slide in:

Slide 13 - Tekstslide