AMS H2C Kap. 9 W23 S1 NK

H2C Kapitel 9 Neue Kontakte flex

Im Mai legen alle Vögel ein Ei.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2C Kapitel 9 Neue Kontakte flex

Im Mai legen alle Vögel ein Ei.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planung dieser Stunde
1  Anwesend und Klassenarbeit nächste Woche Donnerstag)
2 Grammatik wiederholen Kapitel 7 müssen und sollen
3 Lesen
4 Ende der Stunde mit den letzten  Fragen (Feedback)
        




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 Grammatik wiederholen Kapitel 7
müssen und sollen (betekenis = moeten)
Het Duitse müssen heeft drie betekenissen:
aanbeveling(1),
logische gevolgtrekking(2)en
noodzakelijkheid(3)

(1) Diesen Film muss man gesehen haben!
(2) Es ist nass draußen; es muss also geregnet haben.
(3) Wenn die Ampel auf Rot steht, muss man anhalten.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het stappenplan?
Stap 1 V oorzetsels => 4e => ja klaar => weet wat je moet invullen
                        nee                            nee => voorzetsels => 3e => ja , dan invullen
Stap 2 O nderwerp (1)=> regels uit Nederlands => invullen
                       nee
Stap 3 L ijdendvoorwerp (4)=> regels uit Nederlands => invullen
                       nee
Stap 4 M eewerkend voorwerp (3) => regels uit Nederlands => invullen
                      nee=> foutje opnieuw
Bij Sollen daarentegen is er normaal gezien sprake van een verplichting die haar oorsprong vindt in de uitdrukkelijk
-een vaak arbitraire wil van een persoon (4), ook eventueel
-een arbitraire wil van de aangesproken persoon en
          bij uitbreiding van de hele gemeenschap(5):

(4) Du sollst sofort hierhier kommen!
      Soll ich dich morgen in die Schule begleiten?
(5) So was soll man nicht sagen, das ist höchst unhöflich.
      Du sollst nicht töten, steht in der Bibel

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

müssen = moeten

ich muss
du musst
er/sie/es muss

wir müssen
ihr müsst
sie/Sie müssen

habe gemusst




sollen =moeten

ich soll
du sollst
er/sie/es soll

wir sollen
ihr sollt
sie/Sie sollen

habe gesollt

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

müssen/sollen + Form

"... ich die Tür aufmachen?" "Ja, Danke! "

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

müssen / sollen + form

... er schon wieder so früh weg?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

müssen / sollen + Form
"Ja, morgen hat er eine Prüfung und er ... noch viel studieren."

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

müssen / sollen + Form
Haben Sie schon mal den Kölner Dom besucht? Das ... Sie bestimmt mal machen!

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

müssen / sollen + Form

"Ihr ... sofort damit aufhören!", rief der Chef.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

müssen / sollen + Form

"Man ... nicht töten", sagt das 6. Gebot.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesen
Wie gut kannst du schon lesen ?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lese den Text
Pilot lässt Passagiere stehen!
Eine Maschine einer Fluggesellschaft hat beim Start nach Dresden etwa 70 Fluggäste am Düsseldorfer Flughafen stehen lassen. In zwei Bussen sollten am Freitagabend die Fluggäste zum Rollfeld gefahren werden. Die 70 Fluggäste im ersten Bus waren rechtzeitig im Flugzeug. Der Pilot der Maschine musste vor Einsetzen des Nachtflugverbotes weiterfliegen. Eine Sprecherin erklärte: „Der zweite Bus mit Passagieren fuhr einfach zu spät zum Flieger los. Weil er nur noch wenige Minuten Zeit hatte, ist der Pilot ohne die restlichen Passagiere abgehoben.“

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom vertrok een piloot terwijl pas de helft van de passagiers aan boord was?
A
De andere helft was bij een verkeerd vliegtuig afgezet.
B
De overige passagiers hadden vertraging met hun vorige vlucht.
C
De piloot moest ervoor zorgen op tijd uit Düsseldorf weg te zijn.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weltgrößtes Luftschiff hebt ab 
Die Airlander 10 ist aufgebaut wie ein Ballon. Das Luftschiff hat von innen kein Gerüst, sondern nur eine dünne Außenhaut aus Kohlefaser-Kunststoff. Der Stoff ist sehr hart und sehr leicht. Es hat nicht so viel Geschwindigkeit wie ein Auto, aber es kann viel mitnehmen: 10 Tonnen Fracht und 50 Menschen. Weil es gerade nach oben starten und auch so landen kann, braucht es keinen Flughafen und kann auch auf Sand, Eis oder Wasser runtergehen.  Die Airlander 10 sieht lustig aus. Wenn man von vorne auf das Luftschiff guckt, sieht man zwei schöne runde Bälle mit einer Ritze dazwischen. Deswegen hat die Airlander 10 den Spitznamen ‚fliegender Popo‘. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt over de Airlander 10 geschreven?
De Airlander 10 ...
A
bestaat uit een constructie met een laag polyester.
B
kan op verschillende ondergronden landen.
C
maakt een grappig geluid bij het vliegen.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesen
Kannst du schon lesen auf  Basis-Examen Nivo?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 Ende der Stunde
Frage zum Schluss.


Slide 18 - Tekstslide

Welke vormen van het Nederlandse woord ken je.    zu nach in

in +4 => naar binnen gaan + landen met lidwoord

nach  => aardrijkskundige namen en bij vaste combinaties (Hause / links / rechts / oben / unten

zu + 3 => personen + dingen
Wie fandest du diese Stunde?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ist der Unterschied zwischen
sollen und müssen klar?
A
ja
B
nein
C
jein

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie war das lesen?
A
schwierig =moeilijk
B
geht so =gaat wel
C
gut =goed
D
einfach =makkelijk

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Bedankt voor jullie aandacht!

Tot de volgende keer.

Vragen via de mail of als we nog tijd over hebben,  wacht nog even, dan sta ik je te woord
.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies