4.3 Steden worden steeds zelfstandiger t.o.v. de adel



Geschiedenis
Introductie
4.3 Steden worden steeds zelfstandiger t.o.v. de adel
Geschiedenis
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Geschiedenis
Introductie
4.3 Steden worden steeds zelfstandiger t.o.v. de adel
Geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

De Nederlanden

  • Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen

  • Er waren veel kleine gebieden, die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.

  • In die gebieden was een heer, edelman, (bijv. graaf of hertog) de baas

  • Hij maakte de wetten
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.

Slide 2 - Tekstslide

Europa wordt warmer
  • Klimaat veranderd rond de 11e eeuw

  • Zeespiegelstijging 

  • Bepaalde gebieden zoals de bergpassen in de Alpen konden makkelijker worden overtrokken

Slide 3 - Tekstslide


Het drieslagstelsel

  • Als landbouwgrond elk jaar wordt gebruikt, dan wordt de grond onvruchtbaar, waardoor de oogst steeds minder werd.
  • Met het drieslagstelsel werd de grond verdeeld in drie stukken, waarbij elk jaar één stuk grond niet gebruikt werd (braak). 

  • Hierdoor kon de grond herstellen en werd de opbrengst hoger.

Slide 4 - Tekstslide

Europa wordt veiliger
  • Meer rust in West-Europa

  • Boeren konden meer verbouwen doordat er minder oorlog was

  •  Godsvredebeweging: ruzies en andere conflicten vreedzaam oplossen

Slide 5 - Tekstslide

Hoge adel maakt van deze situatie gebruikt om de lagere adel weer in het gareel te krijgen 
Kerk voert campagne om het geweld aan banden te leggen. 

Godsvredebeweging 
  • Het was verboden om een geestelijke of monnik aan te vallen.
  • Het was verboden om een ongewapend persoon te overvallen.
  • Het was verboden om zomaar vee af te nemen.
  • Het was verboden om kooplieden of boeren gevangen te nemen.
  • Het was verboden om bezit als huizen en geld af te pakken, ook onder voorwendsel van oorlog.

Slide 6 - Tekstslide

Steden krijgen meer invloed
  • Stadsrechten: Bijzondere rechten die een stad kreeg en waarmee een dorp een stad werd, en onafhankelijk van een landheer. Het recht op eigen rechtspraak was erg belangrijk


  • Tol: Belasting die reizigers en andere kooplui moesten betalen om wegen te gebruiken

Slide 7 - Tekstslide


Blij met de stad!
  • Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.
  • Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn
  • De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom!
  • De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland

Slide 8 - Tekstslide


Stadsrechten
  • Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
  • De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer

  • De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
  • In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen!!

Slide 9 - Tekstslide

stadsrechten

Slide 10 - Tekstslide


Wie is de baas?
  • De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
  • Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
  • Ze kregen advies van een raad.
  • De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.
  • Schout, schepenen en burgemeester(s) heten ook wel: magistraten

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Oorzaak / oorzaken van de toegenomen veiligheid na 1000 n Chr is / zijn:
A
Godsvredebeweging
B
Het feodale stelsel / leenstelsel
C
Einde aan de invallen van o.a. de Vikingen

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van stadsrechten, en wat moesten steden doen in ruil voor stadsrechten?
Stadsrecht
In ruil voor stadsrecht
Een stadsmuur bouwen
Soldaten leveren in oorlog
Zelf wetten maken/rechtspreken
Zelf markten organiseren
Belasting betalen

Slide 14 - Sleepvraag

Na 1000 n Chr zorgt de toegenomen veiligheid in Europa voor o.a.:
A
opkomst geldeconomie
B
groei van de steden
C
het verdwijnen van het hofstelsel
D
bevolkingsgroei

Slide 15 - Quizvraag

Leg uit dat het verlenen van stadsrechten goed waren voor zowel de stad als voor de landsheer

Slide 16 - Open vraag

Oorzaken ontstaan van steden
Gevolgen ontstaan van steden
Geldeconomie
Uitvindingen landbouw
Oprichting Hanze
Toenemende handel
Ontstaan marktplaatsen
Ontstaan gildes
Kopen van stadsrechten
Stadsbestuur met schout, schepenen en burgemeester.

Slide 17 - Sleepvraag

Toen steden ontstonden werden ze soms best machtig. Waar kwam deze macht vandaan?
A
Van de adel
B
Van de geestelijken
C
Van de boeren
D
Van veroveringen

Slide 18 - Quizvraag


Hij is de baas van de schepenen
A
Schout
B
Burgemeester
C
Rechter
D
Jury

Slide 19 - Quizvraag


De schout is de plaatsvervanger van de ... in de stad
A
Burgemeester
B
Heer
C
Rechter
D
Politie

Slide 20 - Quizvraag


De schout, schepenen en burgemeester noem je ook wel ...
A
Magistraten
B
Heren
C
Rechters
D
Gemeenteraad

Slide 21 - Quizvraag


Stadsrechten: het recht van een stad op eigen winkels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Guldensporenslag
Dit verhaal is een voorbeeld bij het doel: steden worden zelfstandiger ten overstaande van de adel
               Steden worden steeds belangrijker en rijker.
               De lagere edelen uit die steden willen meer macht.
In de Guldensporenslag werd dus gevochten over de vraag wie de macht had in Vlaanderen en dus in de steden van Vlaanderen.

Slide 23 - Tekstslide

Guldensporenslag. 

Om dat verhaal te begrijpen moet je weten dat de koning van Frankrijk de vorst / leenheer was en dat graaf Gwijde van Vlaanderen  een leenman van die koning was
(Net als in de afbeelding hiernaast)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video