ENG ww vervoegen

Spelling
- overzicht ww vervoegen uitwerken
- Engelse werkwoorden vervoegen
- oefenen


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling
- overzicht ww vervoegen uitwerken
- Engelse werkwoorden vervoegen
- oefenen


Slide 1 - Tekstslide

Engelse leenwoorden vervoegen

Werkwoorden die geleend zijn uit het Engels, worden vervoegd volgens de Nederlandse regels.


Soms staat er een e voor de uitgang omdat dat nodig is voor de uitspraak.

Slide 2 - Tekstslide

faxen - faxt - faxte - gefaxt
Het ezelsbruggetje van 't ex kofschip 

S-klank
Ook na de klanken [sj] en [tsj] (meestal geschreven als sh en ch) volgt -t(e): jij/hij bruncht - brunchte - gebruncht en jij/hij smasht - smashte - gesmasht.

Slide 3 - Tekstslide

racen - racet - racete - geracet
ik vorm: ik race
Hij ract = niet goed 


Slide 4 - Tekstslide

streamen - streamt - streamde - gestreamd
I

ik stream

VT -> 't ex kofschip

Slide 5 - Tekstslide

1. Mijn vader (downloaden) elke dag wel een paar nieuwe liedjes.
A
download
B
downloat
C
downloadt

Slide 6 - Quizvraag

2. (Saven) hij je werkstuk op de harde schijf?
A
save
B
saved
C
savet

Slide 7 - Quizvraag

3. Pim (crossen) met zijn mountainbike gewoon over het ijs heen!
A
croste
B
crosste
C
crosde

Slide 8 - Quizvraag

4. Bas en Gijs (skaten) met zijn tweeën door de straten van Emmen.
A
skaten
B
skateten
C
skateden

Slide 9 - Quizvraag

5. Jouw vriendin heeft op dat feestje met Stan (flirten).
A
geflirt
B
geflird
C
geflirtt
D
geflirrd

Slide 10 - Quizvraag

6. Tijdens de schoolreis naar Brussel hebben we (raften) over een wilde rivier.
A
gerafft
B
geraffed
C
geraft
D
gerafd

Slide 11 - Quizvraag

7. Had Hidde jou nou (taggen) in die foto op Facebook?
A
getagged
B
getagd
C
getagget
D
getagt

Slide 12 - Quizvraag

bijvoeglijk naamwoord van een voltooid deelwoord








sterke ww- en

zwakke ww -e


de geslagen hond

de vergrote foto

Slide 13 - Tekstslide

vervoegen de regel
Ik vorm: vergroot

Ik vergroot de foto (TT)
hij vergrootte de foto (VT)
de foto is vergroot (voltooid deelwoord)

de vergrote foto (bijvoegelijk naamwoord)

Slide 14 - Tekstslide

hoofdletters
- begin van de zin
-namen
- de uitzonderingen

Slide 15 - Tekstslide

begin van de zin

De meisjes hebben het huiswerk wel gemaakt.

's Morgens gaan we naar school.

29 leerlingen zitten in deze klas.

Slide 16 - Tekstslide

namen
Gerrit                                     M. Brink
mevrouw Ten Brink        Marianne Betzema-ten BrinkBoschstraat
Gelderland                          Het hemelse gerecht
Ajax                                        de Tweede Wereldoorlog
Tweede Kamerlid

 

Slide 17 - Tekstslide

kleine letter!
Maar namen van dagen, maanden, windstreken, jaargetijden en tijdperken schrijf je met een kleine letter



    zaterdag, december, noord, noordoost en winter, middeleeuwen, renaissance en romantiek.

Slide 18 - Tekstslide