Future to be going to

Grammar 9
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Grammar 9

Slide 1 - Tekstslide

Future to be going to gebruik je:
A
Om te praten over wat je doet.
B
Om te praten over wat je gaat doen.

Slide 2 - Quizvraag

She is going to a restaurant tonight.
This summer we are going to fly to Spain.
Dit is een goede zin met de future to be going to.
Dit is geen goede zin met future to be going to.
I going to eat some fruit.

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe vervoeg je future met to be going to? Hint: je hebt 3 dingen nodig!

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Choose the correct option:
My brother ... (run) a marathon.
A
is going to run
B
is running
C
runs
D
is going to

Slide 8 - Quizvraag

Choose the correct option:
My parents ... (get + not) a new dog.
A
get
B
getting
C
are going to get
D
are not going to get

Slide 9 - Quizvraag

Maak de zin vragend:
We are going to walk home.

Slide 10 - Open vraag

Maak de zin ontkennend. Gebruik geen afkorting:
I am going to do my homework.

Slide 11 - Open vraag

Vul alleen het antwoord op de lege puntjes in! Gebruik to be going to + heel ww
We .... (to play) a match tonight.

Slide 12 - Open vraag

Vul alleen het antwoord op de lege puntjes in! Gebruik to be going to + heel ww
I ... (study) really hard for the test week.

Slide 13 - Open vraag

Vul alleen het antwoord op de lege puntjes in! Gebruik to be going to + heel ww
This summer, they ... (stay) in a five star hotel.

Slide 14 - Open vraag

Vul alleen het antwoord op de lege puntjes in! Gebruik to be going to + heel ww
Ella ... (eat + not) at home today.

Slide 15 - Open vraag