4: Willem van Oranje en Filips II (Deel I)

4: Willem van Oranje en Filips II
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4: Willem van Oranje en Filips II

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • uitleg gebondenheid aan tijd en plaats
  • uitleg vaardigheid: Betrouwbaarheid van bronnen
  • aan de slag met een opdracht 

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
... Heb je laten zien dat je de vaardigheid gebondenheid aan tijd en plaats beheerst.
... weet je weer op welke 3 onderdelen je een bron kunt beoordelen op betrouwbaarheid.
... ben je zelf in staat om betrouwbare bronnen te zoeken.
... leer je wie Willem van Oranje en Filips II waren.

Slide 3 - Tekstslide

Gebondenheid aan tijd en plaats:
  • Mensen van vroeger proberen te begrijpen vanuit hun eigen tijd en plaats
  • Oordelen vanuit onze eigen kijk, dit kan maar is ook gebonden aan tijd en plaats.
  • Door je goed in te leven kun je pas echt begrijpen hoe mensen dachten en waarom mensen in een bepaalde tijd dachten en handelden. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe oordeelt de schrijver van bron W7 over de deelnemers?

Slide 5 - Open vraag

In de negentiende eeuw voelden katholieken in Nederland zich achtergesteld bij de protestanten. Leg uit dat de bron een voorbeeld is van gebondenheid aan tijd en plaats

Slide 6 - Open vraag

Hoe oordeelt de schrijver van bron W8?

Slide 7 - Open vraag

Verklaar zijn oordeel met het begrip gebondenheid aan tijd en plaats

Slide 8 - Open vraag

Betrouwbaarheid van bronnen:
  • Je kunt bronnen beoordelen aan de hand van 3 vragen.
  • Betrouwbaarheid van bronnen is een moeilijke vaardigheid waarbij je goed moet kijken vanuit welke vraag je de bron onderzoekt

Slide 9 - Tekstslide

1. Wanneer is de bron gemaakt?
  • over het algemeen: hoe minder tijd er zit tussen een gebeurtenis en het maken van de bron, des te betrouwbaarder is de bron.
  • let wel op: als je weet dat er bijv. onderzoek is gedaan, je methode komt bijv. uit 2017 maar is wel betrouwbaar. 

Slide 10 - Tekstslide

2. Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen?
  • over het algemeen: Hoe minder schakels, des te betrouwbaarder is de bron 

Slide 11 - Tekstslide

3. Wat is de bedoeling van de maker van de bron?
  • informeren --> betrouwbaar
  • met een bepaald doel --> onbetrouwbaar (tenzij je onderzoek doet naar meningen)
  • over het algemeen: hoe zakelijker en onpartijdiger, des te betrouwbaarder is de bron. 

Slide 12 - Tekstslide

Is deze bron betrouwbaar als je informatie wil over de beeldenstorm van 1566? Leg je antwoord uit

Slide 13 - Open vraag

Is deze bron betrouwbaar als je wil onderzoeken hoe katholieken uit de 19e eeuw dachten over de beeldenstorm? Leg je antwoord uit

Slide 14 - Open vraag