BEG 2 : Les 2 week 10 juni

Wonen
Les 4: 



1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WonenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wonen
Les 4: 



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  1. Lesdoelen
  2. Terugblik
  3. Theoretische gedeelte
  4. Aan de slag
  5. Afsluiting les

Slide 2 - Tekstslide

Deel 1: 90 min (2 x45 min)

5 min. Welkom en AWR
5 min. Energizer
4 min. lesdoelen
3 min. Programma
20 min  Uitleg en Opbouw vak
10 min  Theoretische gedeelte
20 min  Leeractiviteit 2
10 min Lesdoelen check
3 minuten afsluiting les

80 min. totaal




Terugblik
Elke les staan we stil bij wat we de vorige les hebben besproken. 


Methodisch werken


- Heb jij nog vragen over de vorige les?
- Wat is je bijgebleven van de vorige les?





Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is methodisch werken?
A
Methodisch werken houdt in dat je GEEN vaste werkwijze aanhoudt bij de begeleiding.
B
Methodisch werken houdt in dat je iemand begeleidt.
C
Methodisch werken houdt in dat je NIEMAND begeleidt.
D
Methodisch werken houdt in dat je een vaste werkwijze aanhoudt bij de begeleiding.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelgericht werken is
A
Je voert de begeleiding uit om een doel te bereiken. Dit heet doelgericht handelen.
B
Je observeert de begeleiding uit om een doel te bereiken. Dit heet doelgericht handelen.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Systematisch handelen is
A
Je gaat NIET in een volgorde het doel proberen te behalen.
B
Je gaat in een volgorde stappen zetten moeten worden om het doel te behalen.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Procesmatig handelen is
A
Iedere stap moet aansluiten op de volgende stap. Dat heet procesmatig handelen.
B
De stappen hoeven NIET aan te sluiten op de volgende stap. Dat heet procesmatig handelen.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bewust handelen is
A
Methodisch handelen houdt ook in dat je altijd weet wat je doet en waarom je het doet. Je handelt bewust
B
Methodisch handelen houdt ook in dat je altijd inspeelt op je gevoel en soms niet weet waarom je een keus maakt. Dit is bewust handelen.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Theoretische gedeelte

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden en ondersteunen
De WLZ verstaat onder begeleiden :
Activiteiten waarmee je een cliënt ondersteunt bij het uitvoeren van algemene dagelijkse levensverrichtingen en bij het aanbrengen en behouden van structuur in en regie over het persoonlijk leven.

De WLZ verstaat onder ondersteunen :
Ondersteunen is in dit verband het feitelijk uitvoeren van begeleidende taken en activiteiten gericht op de dagelijkse levensverrichtingen, de structuur en eigen regie van de cliënt.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zie je het begeleiden en ondersteunen terug op je BPV?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag begeleiden en ondersteunen
Maak in een groepje van 2 a 3 personen een woordwolk van tenminste 20 woorden over:
  • Eigen regie
  • Zelfredzaamheid
  • Zelfmanagement
Kies een vorm voor de woordwolk die jij vindt passen bij de inhoud ervan en licht je keuze toe. ( bijv. een hartje , vierkant enz.)
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleidingsstijlen
Je houdt rekening met het ziektebeeld, beperking en/of gedragspatronen van de cliënt in je ondersteuning van de cliënt ten aanzien van het leefgebied wonen en huishouden. 

Je past je begeleidingsstijl aan bij de cliënt waarbij je rekening houdt met de mogelijkheden en belastbaarheid; 
  - Autoritaire stijl 
  - Permissieve stijl 
  - Autoritatieve stijl 
  - Situationeel begeleiden  











Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Autoritaire begeleidingsstijl
Autoritaire begeleidingsstijl: is er veel aandacht voor de taak en weinig aandacht voor de relatie.
  • Bepaalt wat moet gebeuren
  • Geeft instructie of aanwijzingen
  • Stelt grenzen
  • Controleert
  • Neemt een leidende rol
  • Verwacht gehoorzaamheid

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Permissieve begeleidingsstijl 
Permissieve begeleidingsstijl: gaat alle aandacht naar de relatie. Het doel of de taak is ondergeschikt. De cliënt bepaalt zelf wat hij doet op welke manier.
  • Stelt weinig eisen en regels
  • Controleert niet of nauwelijks
  • Bent terughoudend, afwachtend
  • Reageert op behoeften, verlangens en wensen van de cliënt
  • Creëert een stimulerende, aantrekkelijke omgeving
  • Laat de cliënt vrij om zelf te bepalen wat hij doet

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Autoritatieve begeleidingsstijl
Autoritatieve begeleidingsstijl: geef je aandacht aan de taak én aan de relatie. Je stelt regels én hebt oog voor wat de cliënt ervaart.
  • reageert op wensen, behoeften, verlangens en initiatieven van de cliënt
  • stelt vragen en luistert
  • beantwoordt vragen, geeft uitleg
  • overlegt met de cliënt
  • neemt beslissingen samen met de cliënt.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Situationeel begeleiden
Situationeel begeleiden: houdt in dat je je begeleidingsstijl steeds weer afstemt op de situatie op dat moment. Begeleiden=maatwerk
  • Houdt rekening met de (on)mogelijkheden van de cliënt
  • Geeft, waar dat kan, gehoor aan wensen en behoeften van de cliënt
  • Streeft ernaar de cliënt zo actief mogelijk te betrekken
  • Past je begeleiding aan aan de situatie zoals die zich voordoet.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sophia gaat in het gezin Oosterlaan opvoedingsondersteuning bieden. Ze maakt een plan en betrekt hierbij moeder en vader van het gezin.
Dit plan maakt ze in overleg met ouders en tijdens de begeleiding checkt ze vaak met ouders wat ze nodig hebben van haar.

Welke begeleidingsstijl komt hier naar voren?
A
Autoritatiar
B
Autoritatieve
C
Laisser-faire
D
Permissief

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ahlam begeleidt een groep jongeren. Deze groep jongeren wil op de groep een kookactiviteit organiseren.
Ahlam heeft de afgelopen tijd met ze geoefend en gaat vanavond alleen ingrijpen indien het gevaarlijk wordt. Ze hanteert het ''handen op de rug'' principe. Welke begeleidingsstijl komt hier naar voren?
A
Autoritair
B
Autoritatieve
C
Laisser faire
D
Permissief

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar let je op als je jouw begeleidingsstijl afstemt op de zorgvrager?
A
Manipuleert hij?
B
Is hij wantrouwig?
C
Hoe zelfstandig is hij al?
D
Het soort doel dat hij heeft

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen begeleidingsstijl?
A
Autoritair
B
Sensitief
C
Permissief
D
Autoritatief

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij de autoritaire begeleidingsstijl
A
Bepaalt de begeleider wat er moet gebeuren
B
staat de client centraal
C
Staat de situatie centraal
D
heeft de client veel keuzes

Slide 22 - Quizvraag

De begeleider: 
Controleert
Bepaalt wat moet gebeuren en geeft veel instructie
Heeft een leidende rol en weet wat het beste is voor de cliënt
Stelt hoge eisen aan de cliënt
Verwacht gehoorzaamheid van de cliënt
Vindt het belangrijkste doel van begeleiden het overdragen van kennis, vaardigheden en regels

Bij welke begeleidingsstijl geef je de cliënt de meeste ruimte- of vrijheid?
A
Autoritaire begeleidingsstijl
B
Autoritatieve begeleidingsstijl
C
Permissieve/Laisser faire begeleidingsstijl

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt onder een begeleidingsstijl verstaan?
A
De manier waarop de begeleider zelf met de begeleidingsmethodiek omgaat/of deze toepast.
B
Begeleidingsstijl is vastgelegd en bestaat uit bepaalde richtlijnen of stappen die je opvolgt als begeleider.
C
Een vaste, weldoordachte manier van handelen om een bepaald doel te bereiken.
D
De begeleidingsstijl zegt dus meer over de persoon van de begeleider.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling
In het midden van de klas is een lijn. 

Sta je aan de kant van het raam ben je het met de stelling eens .

Sta je aan de kant van de deur met je het oneens met de stelling

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling

'Begeleiden betekent dat je een ander vertelt wat diegene zou moeten doen.'

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies