E. Writing and Grammar

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today
  • There was no homework
  • Grammar (with notes)
  • Writing
  •  Homework

Slide 2 - Tekstslide

Grammar
Prepositions (voorzetsels)
with
by
by manieren van vervoer
We travelled to Wales by car
with beschrijven van het gebruik van machines en gereedschap
You can plough the land with a plow

Slide 3 - Tekstslide

Grammar
Prepositions (voorzetsels)
of iets maakt deel uit van iets anders
At the end of this week it is going to rain
with dingen of mensen die bij elkaar zijn
I love going places with my husband

to (fysieke) connecties
Paul is connected to his nephew by blood
of
with
to

Slide 4 - Tekstslide

Grammar
Prepositions (voorzetsels)
from geeft aan waar iemand of iets vandaan komt
I am from Arnhem, but I live in Ruurlo now
from

Slide 5 - Tekstslide

Grammar
Prepositions (voorzetsels)
Geven allemaal aan waar iets is, in welke richting
The dog is across the street
He jumped off the bridge
My mother walks through the woods every day
across, around, away from, down, into, off, through

Slide 6 - Tekstslide

even oefenen
Telefoon of laptop

Slide 7 - Tekstslide

PREPOSITIONS
The exchange student is ......... Turkey.
A
by
B
on
C
onto
D
from

Slide 8 - Quizvraag

Prepositions of place:
I'm ______ home.
A
at
B
in
C
on

Slide 9 - Quizvraag

Which preposition?
... twelve o'clock
A
in
B
at
C
on

Slide 10 - Quizvraag

Preposition of direction:
She ran .... me.
A
over
B
into
C
through
D
off

Slide 11 - Quizvraag

Which preposition is this?
A
in front of
B
next to
C
above
D
opposite

Slide 12 - Quizvraag

Choose the correct preposition:
A
next to
B
between
C
under
D
on top of

Slide 13 - Quizvraag

prepositions:
She was born .... 1995
A
in
B
on
C
at

Slide 14 - Quizvraag

Choose the correct preposition.
A
on top of
B
behind
C
under
D
in front of

Slide 15 - Quizvraag

Choose the correct preposition.
A
in front of
B
near
C
through
D
behind

Slide 16 - Quizvraag

Which preposition?
... September
A
in
B
at
C
on

Slide 17 - Quizvraag

Do you understand prepositions?
A
YES!
B
I do now :)
C
A little
D
No :(

Slide 18 - Quizvraag

Back to work
Exercises 26, 27, 28, 29
Pay attention: mail 29 naar mij
mheijnis@zone.college

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Homework
Exercises 26, 27, 28, 29
Pay attention: mail 29 naar mij
mheijnis@zone.college

Slide 21 - Tekstslide