Grammar 1 prepositions

Prepositions
Grammar 1 
Chapter 1 Mavo 4
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Prepositions
Grammar 1 
Chapter 1 Mavo 4

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Ik kan Engelse voorzetsels correct gebruiken in een zin.

Slide 2 - Tekstslide

Prepositions
Er zijn verschillende Engelse voorzetsels die je kunt gebruiken. Een aantal zul je misschien al kennen.

by                with
of                     to 
from            across       around       away from       down      into
off         over       through

Slide 3 - Tekstslide

By 
By gebruik je:
- als je praat over transport (de trein of bus nemen bv).

She travelled across Europe by train. 

Slide 4 - Tekstslide

With
Gebruik je:
- om het gebruik van machines, gereedschap en andere apparaten aan te geven.
The shoe was created with a 3D printer.
- Ook gebruik je with als je praat over mensen en dingen die samen zijn op dat moment.
They watched a film with Paul. 

Slide 5 - Tekstslide

Twee dingen met elkaar verbinden
- met with kun je twee mensen of dingen met elkaar verbinden (zie de vorige dia).
- met of laat je zien dat iets onderdeel is van iets anders.
- to gebruik je om fysieke connecties te laten zien (connected to/attached to).
Let's meet at the end of this week.
His phone is connected to his Bluetooth speaker.

Slide 6 - Tekstslide

From
Gebruik je:
- om aan te geven waar iets of iemand vandaan komt. 

Leon is from Germany.
She is from the city, not the countryside.

Slide 7 - Tekstslide

Voorzetels die richting aangeven
Er zijn ook voorzetels die richting/beweging van een persoon of ding aangeven:

Across = van de ene naar de andere kant
around = ergens omheen
away from = ergens vandaan
down = naar beneden


Slide 8 - Tekstslide

Voorzetels die richting aangeven
to = ergens naartoe
into = ergens naar binnen
off = ergens vanaf
over = ergens overheen
towards = in de richting van iets
through = ergens doorheen

Slide 9 - Tekstslide

Meer informatie
Achterin het tekstboek op page 202/203

Slide 10 - Tekstslide

Extra oefenen
Nu volgen een aantal open vragen waarmee je de prepositions kunt oefenen.
De laatste slide bevat een link naar een website waar je kunt oefenen.
Stepping stones > slim stampen > grammar 1 bevat ook oefenmateriaal.

Slide 11 - Tekstslide

Silvia and I are both ____ Boston.

Slide 12 - Open vraag

His laptop wouldn't connect ____ the Wifi so he couldn't do much.

Slide 13 - Open vraag

You have to hand in your report at the end ____ the week.

Slide 14 - Open vraag

The beach was close to our hotel so we could go ____ bike.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Link