H1 Oriëntatie op de sectoren

• LOB
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

H1 Oriëntatie op de sectoren

Uhm wat is dat? 

Een sector= een verzameling beroepen die op elkaar lijken

Oriëntatie= informatie over iets verzamelen

Je oriënteren op= proberen een indruk te krijgen van iets

PSO en LOB

PSO: Omdat je door DOEN ervaart wat je leuk vindt en wat je goed kunt, krijg je tijdens de praktijkvakken PSO aangeboden.

LOB: Door coachen en groepsgesprekken leer je over jezelf na te denken. Je mentor speelt hier een belangrijke rol in. 

Loopbaan  Oriëntatie en Begeleiding (LOB)

• Wie ben ik, wat kan ik?
• Wat wil ik, wat drijft mij?
• Welk werk past mij?
• Hoe kom ik daar?
• Wie kan mij daarbij helpen?

Waar staat de afkorting P.S.O voor?

1. Praktische Sector Onderwijs
2. Puber Studie Oriëntatie
3. Prachtige Studie Ochtend
4. Praktische Sector Oriëntatie

sectoren:

• Dienstverlening en zorg
• Economie en handel
• landbouw, natuur en visserij
• Techniek
• Toerisme, recreatie en horeca

Lezen

Uitleg blz. 2 en 3

Dienstverlening en zorg 

Je helpt mensen (zieken/ ouderen).

Je verleent diensten.

Bijvoorbeeld schoonmaakwerk of helpen met dagelijkse dingen.

Assistent dienstverlening en zorg (MBO 1):

Als assistent dienstverlening en zorg bied je ondersteuning aan mensen in diverse settings, zoals kantoren, zorginstellingen, sportclubs en kinderopvang.

Taken kunnen variëren van gasten ontvangen en ruimtes schoonmaken tot het helpen van ouderen met dagelijkse activiteiten.

Helpende Zorg en Welzijn (MBO 2):

Als helpende in de zorg werk je bijvoorbeeld in verpleeghuizen, verzorgingstehuizen of thuiszorg.

Je ondersteunt cliënten bij dagelijkse activiteiten zoals aankleden, wassen en boodschappen doen.

Medewerker facilitaire dienstverlening (MBO 2):

In deze rol zorg je voor een prettige en veilige omgeving in bijvoorbeeld kantoren, scholen of zorginstellingen. Je houdt je bezig met schoonmaak, catering en onderhoud.

Economie en handel

Je werkt met mensen, producten of cijfers. Je werkt bijvoorbeeld in een winkel, een magazijn of in transport.

Binnen de sector Economie en Handel zijn er diverse beroepen op mbo-niveau 1 en 2. Hier zijn enkele voorbeelden:

Assistent Verkoop/Retail (MBO 1):

Als assistent verkoop/retail ondersteun je bij verkoopactiviteiten in winkels. Je helpt klanten, houdt de winkel netjes en zorgt voor een goede presentatie van producten1.

Medewerker Commercie (MBO 2):

Als medewerker commercie werk je in de detailhandel, groothandel of bij een verkoopafdeling. Je adviseert klanten, voert verkoopgesprekken en zorgt voor een goede winkelpresentatie1.

Assistent-Accountant (MBO 2):

In deze rol ondersteun je accountants bij administratieve werkzaamheden. Je verwerkt financiële gegevens en helpt bij het opstellen van jaarrekeningen2.

Medewerker Evenementenorganisatie (MBO 2):

Als medewerker evenementenorganisatie assisteer je bij het plannen en uitvoeren van evenementen. Denk aan beurzen, festivals en congressen1.

Medewerker Secretariaat en Receptie (MBO 2):

In deze functie ben je verantwoordelijk voor administratieve taken, telefoonbeheer en ontvang je gasten op kantoren of bij recepties1.

Medewerker Marketing en Communicatie (MBO 2):

Als medewerker marketing en communicatie ondersteun je bij marketingactiviteiten, zoals het opzetten van campagnes en het beheren van sociale media1.

Toerisme, recreatie en horeca

Je werkt vóór mensen. je maakt maaltijden of je serveert ze. Ook kun je helpen bij het organiseren van activiteiten.

Binnen de sector Toerisme, recreatie en horeca zijn er diverse beroepen op mbo-niveau 1 en 2. Hier zijn enkele voorbeelden:

Gastheer/-vrouw (Niveau 2):

Als gastheer of gastvrouw ondersteun je bij verkoopactiviteiten in restaurants, hotels of andere horecagelegenheden. Je zorgt voor een gastvrije ontvangst en bediening van gasten1.

Zelfstandig werkend gastheer/-vrouw (Niveau 3):

In deze rol ben je verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van een horecagelegenheid. Je stuurt medewerkers aan, beheert de voorraad en zorgt voor tevreden gasten1.

Zelfstandig werkend kok (Niveau 3):

Als kok bereid je gerechten in de keuken van restaurants, hotels of andere eetgelegenheden. Je hebt kennis van ingrediënten, technieken en hygiëne1.

Assistent horeca, voeding of voedingsindustrie (Niveau 1):

In deze functie ondersteun je bij diverse werkzaamheden in de horeca, voeding of voedingsindustrie. Denk aan schoonmaken, voorbereiden van gerechten en bedienen van gasten1.

Medewerker fastservice (Niveau 2):

Als medewerker fastservice werk je bij snackbar, cafetaria of fastfoodrestaurant. Je neemt bestellingen op, bereidt snacks en zorgt voor een vlotte service1.

Allround medewerker facilitaire dienstverlening (Niveau 3):

In deze rol ben je verantwoordelijk voor facilitaire taken in bijvoorbeeld hotels, congrescentra of vakantieparken. Denk aan schoonmaak, onderhoud en logistiek2.

Landbouw, natuur en visserij

Je werkt met planten en/of dieren. Je werkt veel buiten. Soms werk je met (grote) machines. Het kan ook zijn dat je je bezighoudt met het controleren en verpakken van voedsel.

Binnen de sector Landbouw, natuur en visserij zijn er verschillende beroepen op mbo-niveau 1 en 2. Hier zijn enkele voorbeelden:

Beroepen zonder beroepsopleiding (MBO 1):

Akkerbouwer: Verantwoordelijk voor het verbouwen van gewassen op akkers.

Assistent veeteelt: Ondersteunt bij werkzaamheden in de veeteelt.

Bosbouwer: Houdt zich bezig met bosbeheer en houtproductie.

Medewerker afvalbeheer: Werkt aan het beheer van afvalstromen.

Medewerker bijenhouderij (imkerij): Assisteert bij het houden van bijen.

Medewerker fruitteelt: Betrokken bij de teelt van fruit.

Medewerker groene ruimte: Onderhoudt groenvoorzieningen in de openbare ruimte.

Tractorchauffeur: Bestuurt landbouwvoertuigen.

Beroepen op MBO niveau 1 en 2:

Allround medewerker afvalbeheer: Werkt in de afvalverwerking.

Allround medewerker beheer openbare ruimte: Onderhoudt de openbare ruimte.

Bijenhouder (Imker): Houdt bijen en verzorgt bijenkolonies.

Medewerker agrarisch loonwerk: Voert werkzaamheden uit voor agrarische bedrijven.

Medewerker akkerbouw: Werkt op akkerbouwbedrijven.

Medewerker bosbouw: Betrokken bij bosbeheer en houtproductie.

Medewerker tuinbouw: Werkt in de tuinbouwsector.

Medewerker veeteelt: Assisteert bij werkzaamheden in de veeteelt.

Medewerker visteelt (Medewerker aquacultuur): Houdt zich bezig met viskweek.

Techniek

Je werkt voor mensen. Je repareert en onderhoud  machines zoals voertuigen. 

Monteur Koude en Klimaatsystemen (Niveau 2):

Als monteur koude en klimaatsystemen installeer, onderhoud en repareer je koel- en airconditioningsystemen.

Airco- en Warmtepompmonteur (Niveau 2):

In deze rol werk je aan airconditioning- en warmtepompsystemen. Je zorgt voor installatie en onderhoud.

Monteur Werktuigkundige Installaties (Niveau 2):

Je houdt je bezig met het plaatsen, repareren en onderhouden van werktuigkundige installaties, zoals verwarmingssystemen en sanitair.

Monteur Service en Onderhoud Installatietechniek (Niveau 2):

Als monteur in de installatietechniek voer je service- en onderhoudswerkzaamheden uit aan diverse installaties.

Eerste Monteur Service en Onderhoud Werktuigkundige Installaties (Niveau 3):

In deze functie ben je verantwoordelijk voor het onderhoud en de reparatie van werktuigkundige installaties, zoals verwarming en warm tapwater.

Welk beroep draait om het werken met mensen, producten of cijfers, bijvoorbeeld in een winkel?

1. Dienstverlening en zorg
2. Economie en handel
3. Toerisme, recreatie en horeca
4. Landbouw, natuur en visserij

In welke sector werk je voornamelijk met machines en voertuigen?

1. Economie en handel
2. Landbouw, natuur en visserij
3. Dienstverlening en zorg
4. Techniek

Welk beroep draait om het helpen van mensen, bijvoorbeeld met dagelijkse taken?

1. Dienstverlening en zorg
2. Toerisme, recreatie en horeca
3. Economie en handel
4. Techniek

In welke sector werk je voornamelijk buiten met planten en dieren?

1. Toerisme, recreatie en horeca
2. Economie en handel
3. Techniek
4. Landbouw, natuur en visserij

Opdracht1: Waar denk je aan bij 'sectoren'?

Sectoren

Welke sector wordt hier uitgebeeld?

1. Techniek
2. Landbouw natuur en visserij
3. Handel & Economie

Welke sector wordt hier uitgebeeld?

1. Techniek
2. Toerisme recreatie en zorg
3. Handel & Economie

Maak opdracht 2 en 3

Welk beroep past NIET bij de sector Economie en Handel ?

1. Hovenier
2. Kassamedewerker
3. Secretaresse
4. Taxichauffeur (logistiek)

Welk beroep past NIET bij de sector Techniek

1. Fietsenmaker
2. meubelmaker
3. Schilder
4. Bloemist

welk beroep past Niet bij de sector Landbouw natuur en visserij?

1. Plantsoenendienst
2. Glaszetter
3. Fast food restaurant
4. Security (beveiligingsbedrijf)

Beroepen bij de sector techniek

Beroepen bij de sector Natuur, voeding en dienstverlening

Beroepen bij de sector Economie en handel

Maak opdracht 4

Opdracht 5: Welke sector lijkt jou het leukst?

Dienstverlening en zorg

Toerisme, recreatie en horeca

Economie en handel

Techniek

Landbouw, natuur en visserij