Klein zusje wordt 21

• Leren-leren
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 6

Klein zusje wordt 21

Fleur

Fleur, 3 jaar, probeert haar schoen aan te krijgen. Het lukt niet. Wat zegt ze?

1. Oma, wil je me helpen?
2. Ze zingt het liedje maak me gek
3. Ik ga wel zonder schoenen naar school.
4. Ze gaat heel hard huilen.

Mama neemt haar vriendin mee. En kleine Fleur en vriendin maken kennis. Wat zegt Fleur?

1. Hoi, ik ben Fleur en jij hebt een mooie jurk aan.
2. Hoi, ik ben Fleur hoe maakt u het?
3. Hoi, ik ben Fleur en doei ik ga nu spelen.
4. Hoi, ik ben Fleur en jij bent dik.

Oma brengt Fleur naar school in haar pieten pak. Oma vraagt of ze de Sint wil helpen. Wat zegt ze?

1. Ja, dat lijkt mij super leuk.
2. Sinterklaas bestaat niet.
3. Ja, maar nu nog niet, want ik kan niet zonder mijn moeder.
4. Ik moet eerst mijn diploma halen.

Fleur zit in een kart. Wat gebeurt er?

1. Ze rijdt de kart tegen de muur en doet niks meer.
2. Ze scheurt over de baan en wint de race.
3. Ze rijdt een stuk achteruit.
4. Ze rijdt een persoon aan.

Oma doet heel erg haar best om in de auto een liedje op te zetten. Met een diepe zucht vraagt Fleur:

1. Kunnen we gewoon kinderen voor kinderen zingen.
2. Kunnen we gewoon K3 zingen.
3. Kunnen we gewoon stoppen met auto rijden.
4. Kunnen we nu even Jantje Smit zingen

De eerste keer dronken worden. Wie wist dit van te voren al?

1. Onno en Annet
2. Thijs en Sanne
3. Fleur M (vriendin van Thijs)
4. Bas (vriendje van Sanne)

Fleur komt dronken thuis. Je vader zit op de bank, je moeder en zus stoppen niet met lachen en Bas zit in de hoek. Wat zegt Fleur?

1. Het was wel een leuke avond.
2. Nee, jullie zijn dronken.
3. Ik ben zo teleurgesteld in mezelf.
4. Ja, ik weet ook niet hoe dit kon gebeuren.

Examenfeest. Wat hoort er niet thuis?

1. Een blauwe jurk dragen.
2. De club uitgetild worden door je docent.
3. Genoeg gegeten hebben.
4. Je vader die je komt ophalen.

Het brandalarm gaat af. Wat doet Fleur?

1. Ze vult een emmer water.
2. Ze gaat net zo hard gillen als het alarm.
3. Ze stopt twee vingers in haar oren.
4. Ze zet hem uit.

Fleur op haar klompen door Barcelona. Nadat alle personen die mee waren gewaarschuwd hadden voor deze outfit keuze, had Fleur sokken nodig. Hoe komt ze aan de sokken?

1. Van Thijs
2. Ze koopt ze
3. Van Sanne
4. Ze had sokken mee in de tas.

Belangrijke vraag voor haar vrienden. Wat moet je Fleur niet geven, wil ze niet naar het ziekenhuis moeten voor een prik in haar prachtige achterwerk.

1. Ananas
2. Hazelnoot
3. Appel
4. Maakt niet uit ze beland er toch wel.

Wat kan Fleur niet heel goed?

1. De tafel opruimen
2. De tafel dekken
3. Foto's maken
4. Een outfit voor iemand kiezen

Trots op jou

• Lief, leuk & aardig persoon.
• Studie
• Creatieve ideeën
• Schilderen
• Hoe hard je aan jezelf werkt.