Maatschappijleer §2.3

§2.3 criminaliteit en opsporing
 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§2.3 criminaliteit en opsporing
 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij deze les vertellen?
- Leerdoelen
- Misdrijf of overtreding
- Nederlandse rechtspraak + filmpje
- Rechten die je hebt nadat je bent aangehouden
- Regels waar de politie en het OM zich aan moet houden
- Extra vragen (uit het boek)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les kun je uitleggen :
  • Wat het verschil is tussen een misdrijf en een overtreding.
  • Wat is de procedure van een politie onderzoek.
  • Wat de 3 gevolgen kunnen zijn na een opsporingsonderzoek.
  • Welke rechten je hebt na een aanhouding

Slide 3 - Tekstslide

Misdrijf of overtreding?

- Wetboek van strafrecht
- Ernstig strafbare feiten
- Minder ernstig strafbare
   feiten
- Strafblad

Slide 4 - Tekstslide

Te hard rijden op de snel weg is een overtreding
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Dit is een misdrijf
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Het kopen van illegaal vuurwerk tijdens een vuurwerk verbod is een overtreding
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Nederlandse rechtspraak

- Verdachte oppakken
- Officier van justitie
- Seponeren
- Transactie of strafbeschikking
- Vervolgen --> rechtszaak

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Zet het proces van politie onderzoek op volgorde.
stap 1
stap 2
Stap 3
De officier van justitie bepaald de vervolging van de verdachte. 
De politie verzameld informatie.
Al het onderzoeks-
materiaal wordt vastgelegd in het proces verbaal.

Slide 10 - Sleepvraag

Rechten die je hebt nadat je bent aangehouden
- Recht om te weten waarvoor
   waarvoor je bent opgepakt
- Advocaat
- Bewijsstukken inzien
-Zwijgrecht 

Slide 11 - Tekstslide

Regels waar de politie en het OM zich aan moeten houden

- 9 uur max.
- 3 dagen hechtenis
- Fouilleren

Slide 12 - Tekstslide

Welke dimensie van Hofstede is van toepassing op dit fragment?
A
Grote vs. kleine machtsafstand
B
Individualistisch vs. collectivistisch
C
Masculien vs. feminien
D
Hoge vs. lage onzekerheidsvermijding

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een overtreding en een misdrijf

Slide 14 - Open vraag

Wat mag de officier van justitie NIET beslissen in een zaak?
A
De zaak seponeren
B
uiteindelijke straf bepalen
C
De zaak vervolgen
D
een transactie/ strafbeschikking aanbieden

Slide 15 - Quizvraag

Stel je wordt aangehouden, waarom is het dan belangrijk om te weten waarvoor je bent aangehouden?

Slide 16 - Open vraag

Welk recht heb je NIET als je wordt opgepakt?
A
Zwijgrecht
B
Recht om te weten waarom je bent opgepakt
C
Recht om weg te rennen
D
Recht van een aanwezige advocaat tijdens de zaak

Slide 17 - Quizvraag

In welke situatie(s) mag de politie iemand fouilleren?
A
Als de politie de misdaad zelf heeft waargenomen
B
Als iemand er verdacht uitziet
C
Wanneer de politie er zin in heeft
D
In veiligheidsrisicogebieden

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide