PGO_Periode 5 Rechten en plichten

Rechten, plichten en gevolgen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Rechten, plichten en gevolgen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland is een rechtsstaat. Wat betekent dat?
A
burgers moeten zich aan de wet houden
B
overheid moet zich aan de wet houden
C
burgers en overheid moeten zich aan de wet houden
D
burgers hebben rechten en plichten

Slide 2 - Quizvraag

Een rechtsstaat is een land waarin de burgers door grondrechten beschermd worden tegen de macht van de staat. 

Grondrechten zijn rechten van individuele burgers tegenover de staat en tegenover elkaar.
Wat zijn grondrechten?
A
Wetten over wat je mag bouwen op eigen grond
B
Rechten van burgers tegenover elkaar en tegenover de staat
C
Rechten van de overheid
D
Plichten van alle burgers in Nederland

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen:
-je weet wat een overtreding en een misdrijf is
-je weet hoe de Nederlandse rechtspraak werkt
-je kent je rechten en plichten in Nederland

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

rechten en plichten nakomen
  • Niet iedereen houdt zich aan zijn/haar plichten of maakt gebruik van zijn/haar rechten

  • Bijvoorbeeld: Iedereen boven de 18 heeft stemrecht, maar bij de verkiezingen was de opkomst 81%. Dus niet iedereen heeft zijn stemrecht gebruikt.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat het verschil is tussen een recht en een plicht.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Plichten:

Je moet iets doen, bijvoorbeeld belasting betalen. Dat is verplicht.
Rechten:

Je mag iets doen, bijvoorbeeld studiefinanciering aanvragen. Daar heb je recht op.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan welke plicht heeft de fietser zich gehouden?

Aan welke plicht heeft de fietser zich niet gehouden?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

overtredingen en misdrijven
overtredingen en misdrijven zijn strafbare feiten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strafbaar feit: het overtreden van de wet.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt de Nederlandse rechtspraak?
  • rechter: bepaalt de straf.
  • de straf: een boete (maximaal €870.000,-), taakstraf (maximaal 240 uur), celstraf (maximaal levenslang) of een combinatie van straffen.
  • andere maatregelen: TBS bij psychiatrische stoornissen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overtreding:

Een licht strafbaar feit. Je kunt een overtreding per ongeluk maken.
Misdrijf:

Een zwaarder strafbaar feit waarvoor je een gevangenisstraf kunt krijgen.
Een misdrijf is opzettelijk.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
overtreding
B
misdrijf

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
overtreding
B
misdrijf

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
overtreding
B
misdrijf

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Straf bij minderjarigen
Tussen de 12 en 16 jaar: Halt-straf

16 of 17 jaar: jeugddetentie = jeugdgevangenis

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de opdracht: 
Rechten en plichten


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies