Les 6 opdrachten; Rechten plichten en gevolgen

Les 6 opdrachten Rechten, plichten en gevolgen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 6 opdrachten Rechten, plichten en gevolgen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt uitleggen wat rechten en plichten zijn
Je kunt voorbeelden noemen van rechten en plichten die je in Nederland hebt.
Je kunt uitleggen wat een overtreding, een misdrijf en een strafblad zijn.
Je kunt uitleggen wat de mogelijke gevolgen zijn van een strafblad.
In de digibordles heb je gezien dat niet iedereen zich altijd aan de wet houdt. In deze les leer je hoe de rechtspraak in Nederland werkt. Wat gebeurt er als je de wet overtreedt?  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

welke regels worden overtreden?


Noem drie voorbeelden.

Slide 4 - Tekstslide

Zwerver: Geen alcohol drinken op openbare plekken.
Bestuurder: Alleen parkeren op toegestane plekken.
Fietser: Wachten voor een rood stoplicht, respectvol omgaan met handhavers/ambtenaren.
Rechten en plichten nakomen
Niet iedereen houdt zich aan zijn plichten of maakt gebruik van zijn rechten. Een voorbeeld: iedereen boven de 18 heeft stemrecht, maar bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen was de opkomst 81%. Dat betekent dat niet iedereen zijn stemrecht heeft gebruikt. Hetzelfde geldt voor plichten: niet iedereen houdt zich eraan. Denk bijvoorbeeld aan de leerplicht: heb jij weleens een dag gespijbeld? Wanneer je je niet houdt aan plichten, ben je in overtreding.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen
Rechten: Je mag iets doen, bijvoorbeeld studiefinanciering aanvragen. Je hebt er recht op.

Plichten: Je moet iets doen, bijvoorbeeld belasting betalen en je aan de wet houden. Dat is verplicht.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Wat zou je doen?

Stel, je bent alleen thuis en je hoort wat gestommel. Je loopt naar de woonkamer en ziet een inbreker.
Wat doe je?



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek nu uit wat er in de wet staat. Wat mag je doen als er een inbreker in je huis is? 
  
TIP kopieer/ plak dit:
https://flexpanda.nl/geen-categorie/een-inbreker-in-je-huis-wat-nu/

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je ook plichten in zo’n situatie? Zo ja, welke?

Slide 9 - Tekstslide

De plicht om niet meer dan noodzakelijke verdediging te gebruiken tegen de inbreker. Vroeger had je vluchtplicht: toen moest je gewoon wegrennen.
Bekijk je antwoord op de vraag. Was je reactie toegestaan volgens de wet?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strafrecht
Als je dingen doet die niet mogen, krijg je te maken met het strafrecht. Dat kunnen ‘kleine’ dingen zijn zoals door rood rijden of afval op straat gooien. Dat noemen we overtredingen. Grotere dingen zoals diefstal of geweld worden misdrijven genoemd. Voor zowel overtredingen als misdrijven kun je straf krijgen. Het zijn strafbare feiten.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrip
* Overtreding: een overtreding is een licht strafbaar feit. Je kunt een overtreding per ongeluk maken.
* Misdrijf: een misdrijf is een zwaarder strafbaar feit waarvoor je een gevangenisstraf kunt krijgen. Een misdrijf is altijd opzettelijk.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtzaak
Als je een strafbaar feit hebt gepleegd, kan er een rechtszaak volgen. Daarin vertelt de officier van justitie wat er gebeurd is en welke straf de verdachte moet krijgen. De verdachte mag zich (laten) verdedigen. De rechter beslist over de zaak.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Straf of niet? 
Jongeren tussen de 12 en 16 jaar kunnen een Halt-straf krijgen. Ben je 16 of 17 jaar dan kun je jeugddetentie krijgen. Je komt dan vast te zitten in een jeugdgevangenis.
opdracht:

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Overtredingen en misdrijven

A
Bekijk de overtredingen en misdrijven hieronder.
Wat zijn overtredingen en wat zijn misdrijven?



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

overtreding: joint roken op schoolplein, door rood rijden.
misdrijf= de rest
Wat kost een overtreding?
Je gaat een avond stappen. Je vrienden en jij zijn melig en jullie vernielen met zijn vieren een ruit van een bushokje. Daarna plas je tegen een boom of in de bosjes. Als je naar huis fietst word je aangehouden omdat je zonder licht fietst. Bovendien kun je je niet legitimeren. Later die week blijkt dat het vernielen en het wildplassen op camerabeelden is vastgelegd en je bent herkend. Noteer alle overtredingen uit dit verhaal. Zoek op hoe hoog de boetes zijn die je daarvoor krijgt en noteer het bedrag. zie op volgende dia: de boetebase

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies

 Zoek op hoe hoog de boetes zijn voor deze overtredingen en noteer het bedrag

Vernieling
Wildplassen
Fietsen zonder licht
Niet kunnen legitimeren


Slide 19 - Tekstslide

vernieling: ligt aan de schade
wildplassen: 140 euro
fietsen zonder licht: 55 euro
niet kunnen legitimeren: 90 euro

Doe kort onderzoek op internet. Je bent 17 jaar. Welke straf zou je kunnen krijgen voor de vernieling? Leg je antwoord uit.


Slide 20 - Tekstslide

Gesprekken tussen jongere, ouders/verzorgers en de Halt-medewerker. Eventuele schade vergoeden. Aanbieden van excuses. Maken van leeropdrachten. Soms ook een werkopdracht.
Heb je na afloop een strafblad? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Tekstslide

Als 17-jarige krijg je geen strafblad voor het maken van een overtreding. Je kunt wel een strafblad krijgen voor het begaan van een misdrijf.
Is de situatie anders als je 23 bent? Denk aan het strafrecht, de straf en het strafblad. Leg je antwoord uit.

Slide 22 - Tekstslide

Als 23-jarige val je onder het ‘volwassen’ strafrecht, wat betekent dat je op een andere manier wordt gestraft voor een overtreding zoals vernieling. Je kunt een boete krijgen en een gevangenisstraf van maximaal 2 jaar. In sommige gevallen wordt een werkstraf opgelegd. De overtreding komt ook op je strafblad te staan.
Verschillende soorten recht
De rechtspraak is verdeeld in:
  • Civiel recht: hier gaat het om conflicten van particulieren en organisaties.
  • Strafrecht: hier beoordeelt een rechter of iemand een strafbaar feit heeft gepleegd en daarvoor straf moet krijgen.
Bestuursrecht: hier gaat het om conflicten met de overheid.Verschillende soorten recht

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hieronder staan een paar conflictsituaties. Hoe zou jij die oplossen?
  •  Zou je naar de politie stappen? Een advocaat nemen? Een bezwaar indienen? Of het uitpraten?
  • Meerdere antwoorden zijn mogelijk, kies het antwoord dat jij het beste vindt passen.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht rechtvoorjou.nl
Welke personen kunnen aanwezig zijn bij een strafzaak? De eerste is al ingevuld. Schrijf ook kort op wat hun taak is.
1 Bode= regelt praktische zaken
2 Rechter=

Slide 26 - Tekstslide

Rechter:
De strafrechter beoordeelt of er een strafbaar feit is gepleegd, of de verdachte daar schuldig aan is, of hij straf verdient en wat die straf moet zijn.

Griffier:
De griffier bereidt de zaken voor, maakt tijdens de zitting aantekeningen van alles wat er gebeurt en gezegd wordt en ondersteunt de rechter na afloop bij de uitwerking van de uitspraak.

Openbaar ministerie:
Het OM vertegenwoordigt in een strafzaak de Nederlandse maatschappij. De officier van justitie zegt op de zitting in de rechtszaal waar de verdachte van wordt verdacht, welke bewijzen er zijn voor zijn schuld en welke straf hij zou moeten krijgen.

Advocaat:
De strafrechtadvocaat staat de verdachte bij op het politiebureau, al voor het eerste verhoor. Volgt er een rechtszaak, dan verdedigt de advocaat de verdachte op de zitting.

Verdachte:
De verdachte heeft bepaalde rechten, waar de politie en het Openbaar Ministerie aan gebonden zijn. Een verdachte heeft bijvoorbeeld recht op een advocaat. Hij mag niet zomaar worden opgesloten. En hij heeft het recht te zwijgen.

Slachtoffer:
Het slachtoffer wordt meestal ook gehoord door de politie. Zijn verhaal wordt, net als dat van de verdachte, opgeschreven in een proces-verbaal. De rechter leest voor de zitting de processen-verbaal en alle andere informatie die de officier in het dossier heeft gedaan. Soms krijgt het slachtoffer spreekrecht.

Getuige(n) en deskundigen:
Getuigen zijn mensen die in een bepaalde zaak iets hebben gezien of gehoord. Meestal hoeven zij dat niet in de rechtszaal te vertellen, want de politie schrijft hun verklaringen op in een proces-verbaal dat de rechter voor de zitting leest. Deskundigen zijn mensen die veel verstand hebben van een bepaald onderwerp en daarover een rapport voor de rechter schrijven.

Rechter-commissaris:
De rechter-commissaris is een speciale rechter die tijdens het onderzoek van politie en Openbaar Ministerie bepaalde beslissingen neemt. Bijvoorbeeld of iemand mag worden afgeluisterd, of dat er een huiszoeking moet plaatsvinden.

Parketpolitie:
De parketpolitie is verantwoordelijkheid voor de veiligheid tijdens een zitting.

Publiek:
De meeste rechtszittingen zijn openbaar. Dat wil zeggen dat er publiek aanwezig mag zijn. Strafrechtzittingen tegen jongeren tot 18 jaar vinden in principe achter gesloten deuren plaats. Ook bij familiezaken mag geen publiek aanwezig zijn.


  • A:Waarom draagt een rechter een toga?
  • B: Bij welke rechter komt je als je gespijbeld hebt, als je al vaker in aanraking bent geweest met bureau Halt?
  • C: Een vriend van je is één keer gepakt bij winkeldiefstal. Hij is 19 jaar. Krijgt hij een HALT-straf?

Slide 27 - Tekstslide

A: Rechters dragen een toga om duidelijk te maken dat zij niet als privépersoon beslissingen nemen, maar als vertegenwoordigers van het recht. Het doet er niet toe of de rechter een man is of een vrouw, een korte broek draagt of een mantelpak, katholiek is of moslim. (Bron: rechtvoorjou.nl)

B: Als je  al vaker in aanraking gekomen bent met bureau Halt wordt je zaak  behandeld door de kantonrechter, in de ‘gewone’ rechtbank.

C:Nee, want bij bureau Halt kom je alleen als je tussen de 12 en 18 jaar oud bent.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies