Verhouingen les 7

Verhouding
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Verhouding

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zit iedereen erbij? 

Zijn er dingen die gedeeld/besproken moeten worden?

Slide 2 - Tekstslide

Kerstvakantie quiz

Slide 3 - Tekstslide

Beschrijf je vakantie in 1 woord.

Slide 4 - Open vraag

Wat is je leukste Sinterklaas of kerstcadeau?

Slide 5 - Open vraag

Op hoeveel dagen hebben jullie kerstdiner gehad?
A
1
B
2
C
3
D
4 of meer

Slide 6 - Quizvraag

Heb jij ruzie gehad met je familie tijdens de kerstvakantie?

Slide 7 - Open vraag

Wat was je favoriete bezigheid tijdens de vakantie
A
Uitslapen
B
Netflix kijken
C
Boek lezen
D
Zuipen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is je record uitslapen?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de meest vette serie of film die jij deze vakantie heb gezien?

Slide 10 - Open vraag

School tijdens de vakantie
A
Wilde ik veel voor school doen en heb ik ook veel gedaan
B
Wilde ik veel voor school doen maar heb ik weinig gedaan
C
Wilde ik weinig voor school doen maar heb helaas veel gedaan
D
Wilde ik niets voor school doen en dat is met gelukt!

Slide 11 - Quizvraag

vorige les?

Slide 12 - Tekstslide

Korting
Je koopt een paar sportschoenen met 30% korting.
Bij de kassa krijg je nog eens 10% extra korting op de afgeprijsde schoenen.

Hoeveel % korting krijg je in totaal?

Slide 13 - Tekstslide

Vind je deze vraag lastig? Werk dan met een prijs van € 100,-
Stap 1: 30% korting op € 100,- = € 30 korting
Betaalt €100- €30 = €70

Stap 2: 10% extra korting op € 70 = € 7 korting

Stap 3: €30 +€ 7= € 37 korting

Stap 4: € 37 korting op een prijs van € 100 = 37%

Slide 14 - Tekstslide

3 soorten sommen
  • Sommen waarbij je 2 getallen weet en je het percentage moet uitrekenen.

  • Sommen waarbij je het geheel, de 100%, weet en waarbij je een deel (percentage) daarvan moet uitrekenen;

  • Sommen waarbij je het deel weet en je het geheel (100%) moet uitrekenen;

Slide 15 - Tekstslide

Een percentage uitrekenen
Formule




                                               
geheeldeelx100=percentage

Slide 16 - Tekstslide

Een deel uitrekenen
Formule




100geheelxdeel=deelvanhetgeheel

Slide 17 - Tekstslide

Het totaal uitrekenen
Formule




gedeelteaantalx100=geheel

Slide 18 - Tekstslide

Procentuele toe- /afname 
Toename of afname kun je berekenen met de volgende formule:
  
(nieuw - oud) : oud x 100 =toe- /afname in procenten

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
Leerdoelen :
  • Je weet aan het eind wat verhouding betekent.
  • Je kunt de verhoudingen uitrekenen.
  • Je kunt rekenen met breuken verhoudingen, vergrotingen en verkleiningen. 

Slide 20 - Tekstslide

0

Slide 21 - Video

Verhouding 
Een verhouding tussen twee grootheden geeft aan in welke mate de ene grootheid tot de andere staat. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

4 op de 5 flessen zijn leeg.
Dit is een verhouding tussen het aantal lege flessen (4) en het totaal aantal flessen (5).
Je kunt dit ook anders opschrijven:
4 van de 5 flessen zijn leeg.
 van de flessen is leeg.
Lege flessen : totaal aantal flessen = 4 : 5.




54

Slide 24 - Tekstslide

Breuken en verhoudingen 
Basisschool het Kompas heeft 90 leerlingen in groep 4. 
5 van de 6 leerlingen in groep 4 heeft al een zwemdiploma. 
 
Hoeveel leerlingen in groep 4 hebben nog geen zwemdiploma? 

Slide 25 - Tekstslide

Verdelingen 
De verhouding vrouwen : mannen bij de opleiding interieuradviseur is 6 : 1. 
210 studenten volgen de opleiding interieuradviseur. 
 
Hoeveel mannen doen de opleiding interieuradviseur?

Slide 26 - Tekstslide

Verhouding
Je organiseert een kersviering voor 60 personen en wilt voor iedereen een bekertje limonade van 200 ml.
Hoeveel flessen van 600 ml heb je nodig? 

Slide 27 - Tekstslide

Je kunt donkerpaarse verf maken door 2 l rode verf te mengen met 3 l blauwe verf. Je hebt 3 l rode verf.
Hoeveel liter blauwe verf moet je toevoegen om donkerpaarse verf te krijgen?

Slide 28 - Open vraag

1 op de 5 van alle koeien op de wereld leeft in India.
Er zijn 200 miljoen koeien in India.
Hoeveel koeien zijn er in totaal op de wereld?
A
100 miljoen
B
40 miljoen
C
1 000 miljoen
D
geen idee

Slide 29 - Quizvraag


Helen maakt een milkshake. 
De verhouding melk : roomijs is 2 : 3. 
Ze gebruikt 150 ml roomijs. 
 
Hoeveel milliliter milkshake maakt Helen?

Slide 30 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Aan de slag met:
Thema: Opleiding en studie
Taak: arbeidsmarkt/ aan het werk


Vragen? Stel ze dan kom ik je helpen!


Slide 31 - Tekstslide