In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Woensdagprogramma
Bijzonderheden:
Slide 2 - Tekstslide
Wiskunde
Lesdoel: Maken proefwerk H7
Lesinhoud:
herhaling: Maken online H7 theorie
opdracht: Maken proefwerk H7
klaar: Boek verslag
Slide 3 - Tekstslide
Voorbereiden PW
Maken online theorie oefeningen H7
Wiskunde
Slide 4 - Tekstslide
Instructie
Maken Proefwerk H7
Wiskunde
Slide 5 - Tekstslide
Afsluiting van de les
Journaal
Na de pauze gym!
Wiskunde
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
GYM in De Cuyl
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Economie
Lesdoel: Starten examen hoofdstuk H2 Geld moet rollen
Lesinhoud:
herhaling: Terugblik examen H1 Hoe consumeer jij?
opdracht: Maken online Examenhoofdstuk H2
klaar: rtlz journaal
Slide 12 - Tekstslide
Wat weet je nog van de economie les van gister?
Slide 13 - Woordweb
Hoe vergelijk jij voordat je iets koopt?
Slide 14 - Woordweb
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
02:18
Waarop had Paul geld kunnen besparen?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
timer
1:00
Vul de juiste woorden in.
Organisaties die opkomen voor de belangen van de consumenten noem je..................................................... Een ................................................................... is een test van gelijksoortige producten van verschillende merken. De invloed van consumenten op fabrikanten of winkeliers noem je................................................................. .
consumentenorganisaties
consumer power
vergelijkend warenonderzoek
Slide 29 - Sleepvraag
Wat heb je geleerd deze les? Welke onderwerpen blijven je bij?
Slide 30 - Woordweb
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je uitleggen:
hoe je een vergelijkend warenonderzoek kunt gebruiken
welke consumentenorganisaties er zijn
wat consumer power is
LEERDOELEN
Slide 31 - Tekstslide
Hoofdstuk 2 Jij en je geld
Waar gaat dit hoofdstuk over?
paragraaf 2.1 - Pinpas of portemonnee?
Slide 32 - Tekstslide
Na afloop van deze les kun/weet je:
- In welke twee vormen geld voorkomt
- Een nieuw saldo berekenen
- De verschillen tussen directe en indirecte ruil
- Op welke manieren je met geld kunt betalen.
Slide 33 - Tekstslide
Hoe betaal jij het meest?
A
Portemonnee
B
Pinpas
Slide 34 - Quizvraag
Op wat voor manieren kan je betalen?
Slide 35 - Woordweb
0
Slide 36 - Video
2 soorten geld:
Chartaal = munten en bankbiljetten. Je kunt het vastpakken.
Giraal = geld dat op je bank/betaalrekening staat. Je kunt het niet vastpakken.
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Indirecte ruil: geld ruilen tegen goederen of diensten
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Saldo = bedrag op je bankrekening/account staat
Slide 41 - Tekstslide
Nieuw saldo berekenen
Oud saldo
+ Ontvangsten ( bijgeschreven )
- Uitgaven ( afgeschreven ) ------------
Nieuw saldo
Slide 42 - Tekstslide
Nina heeft 1250 euro op haar bankrekening. Ze ontvangt 90 euro van haar vriend. Bij de jumbo pint ze 120 euro. Wat is haar nieuwe saldo?
Slide 43 - Open vraag
Welk soort geld was een bankbiljet?
A
Giraal
B
Chartaal
Slide 44 - Quizvraag
Wat voor soort ruil zie je hiernaast?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
C
Girale ruil
D
Chartale ruil
Slide 45 - Quizvraag
Is dit een voorbeeld van directe of indirecte ruil
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
Slide 46 - Quizvraag
Aan de slag!
Lesdoel: Je leert welke consumentenorganisaties er zijn. (H1)