2H Elektriciteit herhalen

H4 Elektriciteit
(Herhaling)
Wat weet je nu al?
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

H4 Elektriciteit
(Herhaling)
Wat weet je nu al?

Slide 1 - Tekstslide

geleider of isolator:
metaal
A
geleider
B
isolator

Slide 2 - Quizvraag

geleider of isolator:
plastic
A
geleider
B
isolator

Slide 3 - Quizvraag

geleider of isolator:
steen
A
geleider
B
isolator

Slide 4 - Quizvraag

Welke stof is geen geleider?
A
Koper
B
IJzer
C
Aluminium
D
Kunstof

Slide 5 - Quizvraag

Is dit een serieschakeling of een parallelschakeling?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de spanning die de spanningsbron in deze schakeling levert? De lampjes zijn hetzelfde.

Slide 7 - Open vraag

grootheid
eenheid
symbool
symbool
Vermogen
Stroomsterkte
Spanning 
P
I
V
Ampère
A
W
U
Watt
Volt

Slide 8 - Sleepvraag


A
Stroommeter
B
Spanningsmeter
C
Spanningsbron
D
Lampje

Slide 9 - Quizvraag


A
Stroommeter
B
Spanningsmeter
C
Spanningsbron
D
Lampje

Slide 10 - Quizvraag

Stroomsterkte is een...
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 11 - Quizvraag

Eenheid van stroomsterkte
A
ampere
B
watt
C
volt
D
joule

Slide 12 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de stroomsterkte door het 5e lampje, als je het 1e lampje eruit draait?
A
De stroomsterkte wordt 0 A.
B
De stroomsterkte neemt af met 20%.
C
De stroomsterkte blijft gelijk.
D
De stroomsterkte neemt toe met 20%.

Slide 13 - Quizvraag

Is het een serieschakeling of een parallelschakeling?
A
Serie
B
Parallel
C
Geen van beide
D
Beide

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het symbool van stroomsterkte?
A
U
B
I
C
R
D
P

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de eenheid van spanning?
A
ampere
B
watt
C
volt
D
joule

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor soort stroomkring zie je hier?
A
Open stroomkring
B
Gesloten stroomkring

Slide 17 - Quizvraag

Kies de juiste bewering:
A
De lamp kan niet branden
B
Dit is een open stroomkring
C
De stroomkring is gesloten
D
De lamp is verkeerd om aangesloten

Slide 18 - Quizvraag

Wat weet je van stroom in een parallel schakeling?
A
Het is overal hetzelfde
B
Stroom in vertakking is minder dan in hoofdtak
C
Er zit geen regel aan

Slide 19 - Quizvraag

Een stroomkring is .......
A
Dat er stroom kan lopen van - naar +
B
Dat er stroom kan lopen van x naar y
C
Dat er stroom kan lopen van y naar x
D
Dat er stroom kan lopen van + naar -

Slide 20 - Quizvraag

Welk van onderstaande stof is een geleider?
A
rubber
B
hout
C
lood
D
wol

Slide 21 - Quizvraag

Welk van onderstaande stof is een isolator?
A
zilver
B
papier
C
goud
D
koolstof

Slide 22 - Quizvraag

Vul het ontbrekende woord in:
Met een ........... kun me een stroomkring op een nette manier onderbreken!
A
lampje
B
batterij
C
snoer
D
schakelaar

Slide 23 - Quizvraag

Vul het ontbrekende woord in:
Een ......... is een bron die elektrische energie levert!!!
A
voltmeter
B
spanningsbron
C
amperemeter

Slide 24 - Quizvraag

Vul het ontbrekende woord in:
In een batterij wordt ......... energie omgezet in elektrische energie!
A
chemische
B
bewegings
C
elektroden
D
elektrolyt

Slide 25 - Quizvraag

Vul het ontbrekende woord in:
In een dynamo wordt .......... energie omgezet in elektrische energie!
A
chemische
B
bewegings
C
elektrische

Slide 26 - Quizvraag

Spanning wordt gemeten met een ............
A
amperemeter
B
voltmeter
C
stroommeter

Slide 27 - Quizvraag

De spanning van het lichtnet is .......
A
U= 12 V
B
U= 230 V
C
U= 9 V
D
U = 1,5 V

Slide 28 - Quizvraag

Om schakelingen te verduidelijken worden er overzichtelijke tekeningen gemaakt. Hoe noem je zo'n overzichtelijke tekening?
A
serieschema
B
parallelschema
C
schakelschema

Slide 29 - Quizvraag

Een serieschakeling is een .....
A
schakeling met vertakkingen
B
schakeling zonder vertakkingen

Slide 30 - Quizvraag

Een parallelschakeling is een ....
A
schakeling met vertakkingen
B
schakeling zonder vertakkingen

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de spanning die de spanningsbron in deze schakeling levert? De lampjes zijn hetzelfde.

Slide 32 - Open vraag