1. Wat is politiek?

Politiek
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Politiek

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdvragen H1
  • Wat is politiek?
  • Wat doen politici?
Begrippen:
  • Politiek
  • Politici
  • Overheid
  • Algemeen belang
  • Bestuurslagen
  • Invloed op demonstreren (demonstreren, handtekeningactie)

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij het woord politiek?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Politiek:
Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden.

Slide 5 - Tekstslide

Bestuurlijke (politieke) niveaus in Nederland:

  • Het land (nationaal bestuur, ook wel 'het rijk')
  • De provincie
  • De gemeente (lokaal bestuur


We hebben eigenlijk ook nog een vierde bestuurslaag, namelijk Europa.

Slide 6 - Tekstslide

Welke bestuurslagen zijn er in Nederland
A
De gemeente en de provincie
B
De gemeente, provincie en het land
C
De gemeente, provincie, het land en Europa
D
Alleen het land

Slide 7 - Quizvraag

Waarom noemen we Europa ook wel de vierde bestuurslaag?

Slide 8 - Open vraag

Welke bestuurslaag past bij de onderstaande uitspraak:
"Toverland wil hun park gaan uitbreiden"

A
Provincie
B
Gemeente
C
Land

Slide 9 - Quizvraag

Welke bestuurslaag past bij de onderstaande uitspraak:
"Nederland heeft met het Verenigd Koninkrijk gesproken over de handel omtrent vis"

A
Provincie
B
Gemeente
C
Land

Slide 10 - Quizvraag

Welke bestuurslaag past bij de onderstaande uitspraak:
"De hypotheekrente wordt volgend jaar verlaagd"

A
Provincie
B
Gemeente
C
Land

Slide 11 - Quizvraag

Welke bestuurslaag past bij de onderstaande uitspraak:
"Het schoolgebouw van Davinci Lammenschans moet worden opgeknapt"

A
Provincie
B
Gemeente
C
Land

Slide 12 - Quizvraag

De overheid:
Ambtenaren:
Personen die werken voor de overheid.

Overheid:
Alle ambtenaren en politici samen.

Slide 13 - Tekstslide

Wat doen politici?

Slide 14 - Open vraag

Schrijf twee voorbeelden van een ambtenaar op.

Slide 15 - Open vraag

Hoort deze persoon bij de ambtenaren of politici?
Ambtenaren
Politici
Brandweervrouw
Wethouder
Gemeenteraadslid
Docent
BOA
Tweede Kamerlid

Slide 16 - Sleepvraag

Maatschappelijk probleem:
Vier kenmerken:
  1. Veel mensen hebben last van het probleem. (sociaal probleem)
  2. Er zijn verschillende meningen over de oorzaak en de oplossing.
  3. Het probleem krijgt veel aandacht in de media.
  4. De politiek moet zich met het probleem bemoeien. (politiek probleem)

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht: 
Geef op de volgende slides aan of het gaan om een maatschappelijk probleem.

Doe het zo:
  1. Het is een sociaal probleem, want:

  2. Er zijn veel verschillende meningen over, want: 
  3. Het krijgt veel aandacht in de media, want:
  4. De politiek bedenkt oplossingen, zoals: 

Slide 18 - Tekstslide

Leg aan de hand van de 4 kenmerken uit dat graffiti een maatschappelijk probleem is:

Slide 19 - Open vraag

Leg aan de hand van de 4 kenmerken uit dat zwerfaval een maatschappelijk probleem is:

Slide 20 - Open vraag

Algemeen belang: 
De politiek houdt zich bezig met zaken die voor veel mensen belangrijk zijn. 
Dit noemen we zaken die van algemeen belang zijn.

Denk bijvoorbeeld aan:
  • Onderwijs
  • Veiligheid
  • Zorg
  • Woningbouw
  • Wegen
  • Etc.

Slide 21 - Tekstslide

Wat is algemeen belang?
A
besluiten in voordeel van iedereen
B
besluiten in voordeel van 1 persoon

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een algemeen belang?
A
opsporen van mijn verloren beurs
B
organiseren van een schoolfeest
C
kleedgeld
D
opsporen van inbrekers

Slide 23 - Quizvraag

Welke van de onderstaande aspecten is een 'algemeen belang'?
A
De overheid
B
Het Rijk
C
Veiligheid
D
Ambtenaar

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video

Invloed van burgers op politiek
Pressiegroepen, ambtenaren,  politieke partijen en media kunnen dus invloed uitoefenen op poltiieke besluiten. Hoe kan de burger de besluitvorming beïnvloeden? 
  • Door te stemmen of door lid te worden van een politieke partij
  • Door contact op te nemen met een politicus
  • Door gebruik te maken van je spreekrecht 
  • Men kon een verzoek voor een referendum indienen (afgeschaft in 2018)
  • Lid worden van-  of een pressiegroep oprichten
  • Demonsteren, handtekeningen verzamelen, de media inschakelen 
  • Een klacht of bezwaarschrift indienen
  • De Nationale Ombudsman inschakelen

Slide 26 - Tekstslide

IK kan zelf invloed hebben op de politiek door;
A
Te stemmen
B
Te demonstreren
C
Handtekeningen te verzamelen

Slide 27 - Quizvraag

Als burger heb je alleen invloed op de politiek door te stemmen bij verkiezingen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Het lidmaatschap van een belangenorganisatie is ook een vorm van het uitoefenen van invloed op de politiek.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Schrijf 3 dingen op die je nu goed snapt:

Slide 30 - Open vraag

Wat begrijp je nog niet zo goed?

Slide 31 - Open vraag

Zelfstandig werken
  • Ga naar Teams
  • Vervolgens naar onze ruimte voor    maatschappijkunde
  • Dan klik je op opdrachten
  • En dan zie je de opdracht checklist staan, daar ga je in werken. 

Slide 32 - Tekstslide