7 Refugee betekent vluchteling. Vluchtelingen zijn op de vlucht, hebben dus geen dak boven hun hoofd. Deze ‘refugees’ hebben dat wel. De tegenstelling is dus wel een dak boven hun hoofd – geen dak boven hun hoofd.
8 C Alinea 3 vormt een opsomming met alinea 2
9 Slapers (alinea 1) – geïnterviewden (alinea 2) – inwoners (alinea 3)
10 D reden
11 Voorbeeld van arm zijn in de vorm van geld of rijkdom: huur en elektriciteit niet kunnen betalen.
Voorbeeld van arm zijn in de ziel: moeilijke relatie met ouders en niet naar huis durven – niet naar huis durven omdat de echtgenoot daar wacht.
12 Bijvoorbeeld
13 A aansporen om adviezen op te volgen van JCI.