V2: Paragraaf 6.1 Licht en kleur

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Paragraaf 6.1 Licht en kleur

• Wat gaan we deze periode nog doen?
• Uitleg paragraaf 6.1
• Huiswerk maandag 15 mei (opgave 1 t/m 11 paragraaf 6.1)
• Vooruitblik volgende les

Lichtbronnen

• Natuurlijk = van / uit de natuur

• Kunstmatig = Door mensen gemaakt 

• Spectrum = reeks kleuren van licht(bron)

• Spectraalkleuren = de 6 zuivere kleuren in een spectrum

Zichtbaar licht

• We kunnen dus alleen straling zien met golflengtes tussen +/- 400 nm en 750 nm

Welke van de onderstaande straling(en) kunnen wij zien?

1. Hoge spanningslijnen (100 miljoen meter)
2. Radioactieve straling (100 picometer)
3. Magnetronstraling (100 cm)
4. Zonlicht (600 nm)

Wij kunnen onze omgeving zien, en dus de voorwerpen om ons heen, doordat licht diffuus terugkaatst en in onze ogen terechtkomen. 

• Wit voorwerp               Alle spectraalkleuren weerkaatsen
• Zwart voorwerp            Weinig weerkaatsing licht         zonlicht geabsorbeerd 

Onthoud

Voorwerp met kleur X onder witte lamp? Je ziet voorwerp in kleur X

Voorwerp met kleur X onder lamp kleur Y? Je ziet voorwerp X in het zwart 

Voorwerp met kleur X onder lamp kleur X? Je ziet het voorwerp in kleur X

Wat gebeurt er bij een rood voorwerp?

1. Alle kleuren worden weerkaatst
2. Voornamelijk de spectraalkleur rood wordt geabsorbeerd, de andere kleuren worden weerkaatst
3. Alle kleuren worden geabsorbeerd
4. Voornamelijk de spectraalkleur rood wordt weerkaatst, de andere kleuren worden geabsorbeerd

Leg uit wat hier gebeurt. Noteer in jouw antwoord natuurkundige begrippen.

Kunnen jullie voorbeelden van kunstmatige lichtbronnen noemen?

Kunstmatige lichtbronnen

Tl-buizen

Kaarsen

LED-lamp

• Met zakspectroscoop uitzoeken welk licht er wordt uitgezonden

• Spectrum laat zien welke kleuren worden uitgezonden

• Kleur van lichtbron heeft invloed op in welke kleur wij een voorwerp zien

Stel we leggen een blauwe trui (met alleen spectraalkleur blauw) onder een natriumlamp (oranje-geel licht). In welke kleur zien we de trui dan?

1. Wit
2. Blauw
3. Zwart/grijs
4. Groen

Toepassingsopdracht

We gaan zo klassikaal een opdracht aan de hand van een simulatie doen. Tijdens de opdracht stel ik vragen. Ik geef beurten, dus vingers opsteken is niet nodig

• Subpixels zijn bijvoorbeeld lichtgevende vierkantjes

• rood, groen en blauw

• Kleurenmenging

• Additieve kleurenmenging

• Subjectieve kleurenmenging

• Primair: rood, groen & blauw

• Secundair: rood, groen & blauw

• Primair: cyaan, magenta & geel

• Secundair: cyaan, magenta & geel