intro geschiedenis

WELKOM BIJ GESCHIEDENIS
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM BIJ GESCHIEDENIS

Slide 1 - Tekstslide

Regels 

  • Mobiel in de telefoontas bij binnenkomst.
  • Wanneer ik of de ander praat, ben je stil. 
  • We maken fouten en leren daarvan.
  • Niet tijdens de uitleg naar de WC.

Slide 2 - Tekstslide

Programma
1. Uitleg: wat is geschiedenis? Wat heb je aan geschiedenis?
2. Kennis testen
3. Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel:
Aan het einde van de les kan je in je eigen woorden uitleggen: 

1. Wat is geschiedenis en waarom is geschiedenis belangrijk?
2. Wat zijn bronnen?
3. Hoe wordt de tijd ingedeeld?



Slide 4 - Tekstslide

Waarom is geschiedenis belangrijk?

  • Geschiedenis geeft je een idee over wie je bent.
  • Geschiedenis helpt je om de wereld te begrijpen.
  • Geschiedenis leert je afvragen wat waar is in het verleden.
  • Geschiedenis leert je af te vragen waarom iemand een bepaalde mening heeft.
  • Geschiedenis laat je nadenken over wat goed of slecht is om te doen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is geschiedenis?
"Dat wat is geschied (gebeurd)"
"Een discussie zonder einde". 

  • Er bestaat niet één verhaal over het verleden.
  • Niet iedereen heeft beschikking over dezelfde bronnen en informatie.
  • Niet iedereen vindt dezelfde dingen belangrijk.
  • De ene is positief over een verhaal, de andere negatief. 

Slide 6 - Tekstslide

Een manier van denken en onderzoeken

  • Geschiedenis is een vak wat onderzoekt hoe mensen vroeger leefden. 
  • Mensen die over het verleden schrijven, halen hun kennis uit bronnen. 
  • Bronnen geven ons informatie over het verleden.
  • Alles waardoor je iets over het verleden te weten kunt komen, bijvoorbeeld een krant, een website, een schilderij of verhalen van je opa en oma.
  • Bronnen mag je nooit "zo maar geloven".
Weetje: 

Een andere woord voor geschiedenis is "historie", uit het Grieks afkomstig en betekent onderzoek.

Slide 7 - Tekstslide

Wat je aan een bron hebt, wordt bepaald door:



  • De betrouwbaarheid: klopt de bron met de werkelijkheid?
  • De representativiteit: voor hoeveel mensen geldt de inhoud van de bron?

Slide 8 - Tekstslide

Geschiedenis, wat is dat voor vak?

  • Geschiedenis is een vak wat onderzoekt hoe mensen vroeger leefden. 
  • Bronnen geven ons informatie over het verleden.
  • Het verleden wordt ingedeeld in tijdvakken en periodes.

Slide 9 - Tekstslide

De tien tijdvakken!
  • Geschreven bronnen 

  • Ongeschreven bronnen

Slide 10 - Tekstslide

De tijd indelen
Wat is een tijdbalk?

Slide 11 - Tekstslide

Bronnen
Om erachter te komen wat waar is in de geschiedenis maakt een historicus gebruik van bronnen.
Er zijn geschreven en ongeschreven bronnen.
 
  • Geschreven bronnen zijn: dagboeken, brieven, boeken.
  • Ongeschreven bronnen zijn: tekeningen, wapens, kleding.

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn bronnen?

Objecten dat rechtstreeks informatie geeft over het verleden (historische bron) en zelf dus ook uit het verleden komt. 

- DIRECTE en INDIRECTE
- GESCHREVEN en ONGESCHREVEN

Slide 13 - Tekstslide

Directe bronnen (3)
Voorbeelden:

  • Dagboek van Anne Frank
  • Egyptisch Dodenboek
  • Egyptische mummie
  • Filmbeelden van de moord op president Kennedy
  • Spotprent

Slide 14 - Tekstslide

Indirecte bronnen (3)
Voorbeelden:

  • Jouw geschiedenisboek
  • Een artikel over Anne Frank op Wikipedia
  • Een documentaire over de ontdekking van het graf van Toetanchamon

Slide 15 - Tekstslide

Griekse vaas
Dagboek van Anne Frank

Slide 16 - Tekstslide

Extra informatie
  • Wat heb je nodig voor dit vak?
  • Wat helpt bij het leren?


VRAGEN?

Slide 17 - Tekstslide

Wat is geschiedenis?
A
Alles wat vroeger is gebeurd.
B
Alleen wat het schoolboek belangrijk vindt.
C
Een vak wat onderzoekt hoe mensen vroeger leefden.

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn bronnen?
A
Verhalen die je nooit mag geloven.
B
Bronnen geven ons informatie over het verleden.
C
Bronnen zijn verhalen.

Slide 19 - Quizvraag

Je moet altijd controleren of een bron...
A
Betrouwbaar en representatief is.
B
Uit het verleden komt.
C
Positief is over een verhaal.

Slide 20 - Quizvraag