TK2 Past Simple

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Welcome back, everyone!

Goals theme 1

• Learning goals chapter 1:
  
• Use words to talk about travelling, holiday activities and the weather.
  
• Understand a text about things that go wrong on holiday
  
• Talk about holiday experiences
• Write about what happened in the past. TODAY
• Give your opinion about holidays.
  
• Ask questions about the past.

Goal for today

• I can write about what happened in the past (verleden tijd)
• I know the difference between regular and irregular verbs in English

Grammar: P.48

Herhaling

Verbs -> Werkwoorden!

Vb: lopen, eten, rekenen, schrijven, fietsen, dansen

* Meestal staat er een persoon, dier of ding voor...

IK loop, DE HOND eet, DE REKENMACHINE rekent

Personen

I

you

he

she

it

we

you

they

Grammar: P.48

* Verbs -> Werkwoorden!

Tegenwoordig, verleden, toekomstige tijd

Deze les: verleden tijd (past simple)

Ik liep, de hond at, de rekenmachine rekende

Wat er al gebeurd is...het verleden

GRAMMAR: Past Simple

FIND OUT THE RULE!

Listen to the song and read the lyrics...

• Is she singing about now?
• Is she singing about what happened (past)?
• Is she singing about the future?

You have 2 minutes, after that we will talk about it...

Grammar: P.49

* Als je praat over het verleden, gebruik je de verleden tijd!

* SIGNAALWOORDEN

LAST FRIDAY I walked home, YESTERDAY I talked to her,  On the 23rd of September I asked a question 

Wat valt op? 

Past Simple: 2 vormen

Bij: I / you / he / she / it / we / you / they, gebruik je het hele werkwoord: walk +ed

I walked, you walked, we walked, they walked

DIT ZIJN REGELMATIGE WERKWOORDEN!

Past Simple

Bij: I / you / he / she / it / we / you / they, gebruik je het hele werkwoord: walk +ed

I walked, you walked, we walked, they walked

Past Simple: 2 vormen

EN ONREGELMATIGE WERKWOORDEN: P.209-210-211

I buy        - > I bought

I go          - > I went

I am         ->  I was

I see        - > I saw

PRACTICE

DO EXERCISE 31d + 32c  p. 49,50

Next class: Past Tense Quiz.

HOMEWORK

LEARN: GRAMMAR 1a Past Simple p49

Grammar: P.49

DO 31a + b, p.48

DO 31d p.49

Individually, time 5 minutes

HOMEWORK

Learn Grammar 1a: Past Simple Walked p.49

Study Grammar 1b: Onregelmatige werkwoorden P.49 + 209, 210, 211

DO: exercise 32c. p.50 (gaat over onregelmatige werkwoorden)

Individually, time 5 minutes

Aims for today

What will you learn in Theme 2

Learn how you form present tense (tegenwoordige tijd) and how to use them!

Aims for today

What will you learn in Theme 2

Learn how you form present tense (tegenwoordige tijd) and how to use them!

Als we het over de SHIT regel hebben, staat SHIT voor...

1. Poep
2. She hits him
3. She, He, It
4. een scheldwoord

De SHIT regel heeft te maken met werkwoorden. Wat zijn voorbeelden van werkwoorden?

1. ik, jij, hij, zij, wij, jullie, zij
2. wat, waar, wanneer
3. lopen, slapen, lachen
4. baby, studie, universiteit

Wat is de shit-regel?

1. er komt -s achter het werkwoord bij he/she/it
2. er komt -ing achter het werkwoord bij he/she/it

16. In welke zin staat een SHIT regel?

1. We love eating pizza.
2. They are into horse riding.
3. Do you walk to school every day?
4. She sings in a choir once a week.

Homework

Learn before Monday:

Vocabulary A, B and C and D

Stone 3

Grammar 3 (b) /5 (k)