Presentatie les V2 thema en motieven en het lelijke jonge eendje

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

WELKOM

bij het vak Nederlands

Docent: Annemarie Klok

[e-mail]

vandaag

Lesdoelen

- Je kan motieven en thema's herkennen in een eenvoudig verhaal

- Je kan het innerlijk en uiterlijk van personages concreet en specifiek beschrijven

PLUS: informatie over de toets, lessonup app installeren, Ziezout quiz spelen, opdrachten Ziezout terug

Leestijd

Inhoud toets fictie 8 november

Hoofdstuk 1  Fictie: 

paragraaf 1.1, 1.2, 1.5 t/m 1.7 + kennis over je gelezen boek. Alleen stof jaar twee, inclusief de groene blokjes (2+)

Inhoud toets: begrippen kunnen koppelen aan de inhoud van je boek + een paar theorievragen

onderwerpen toets (alleen stof jaar 2 en 2+)

- soorten boeken

- leesdoelen

- thema en motieven

- karakter en type

- ik-perspectief en personaal perspectief

thema & motieven 1 

Thema: waar gaat het verhaal over (probeer het weer te geven in een zin)

Motieven: geven betekenis aan het thema (bijvoorbeeld het motief van de liefde, vriendschap, de relatie tussen ouder en kind)

Het lijkt op elkaar!

thema en motieven 2 

Thema = een abstract begrip dat aangeeft waar het verhaal over gaat, waar de schrijver je over na wil laten denken.

Motieven = terugkerende, betekenisvolle elementen in het verhaal (bijvoorbeeld liefde, verraad) 

Thema's en motieven komen niet alleen in fictie voor! 

https:

Opdracht 1

1. Ga in groepjes van vier personen zitten.

2. Benoem 'onderwerpen' die je opvielen in het verhaal van het lelijke jonge eendje en schrijf ze op in jouw eigen vak op het blad papier.

3. Bespreek de woorden met elkaar en kies een aantal woorden uit die volgens jullie beschrijven wat de motieven in het verhaal zijn. Schrijf deze op in het middelste vak.

4. Wat zou het thema van het verhaal kunnen zijn? Beschrijf dit in een zin in het middenvak.

Opdracht 2

1. Ga weer in je eigen groepje aan het werk.

2. Beschrijf in je eigen vak het uiterlijk en innerlijk van het lelijke jonge eendje, van moedereend en de broertjes en zusjes. Maak gebruik van de woorden uit je handboek op blz. 32.

3. Schrijf in het middenvak de woorden op waarover jullie overeenstemming hebben. 

verder werken in learnbeat

hf. 1: paragraaf 1.4: opgave 6 t/m 12

huiswerk

Leren hf. 1 fictie: paragraaf 1.1, 1.2, 1.5 

Lezen paragraaf 1.6 en 1.7