PRV 3.2.7 2021-2022

Praktijkvoering


Periode 2
Leerjaar 3
Les 7
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Praktijkvoering


Periode 2
Leerjaar 3
Les 7

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Wat staat er in de akte van overlijden?
Wat is het verschil tussen een A- en een B-verklaring?
Welke mogelijkheden tot 'lijkbezorging' zijn er?
Hoe duur is een uitvaart ongeveer?
Wat moet er na een overlijden geregeld worden?
Wat verstaan we onder rouw?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling
  1. Welkom + Rapid (5 min.)
  2. Vorige les (5 min.)
  3. Leerdoelen (5 min.)
  4. Herhaling 'na het overlijden' (10 min.)
  5. Theorie 'Rouw' (30 min.)
  6. Zelf aan de slag (20 min.)
  7. Rouw (15 min.)
  8. Afronding + huiswerk (5 min.)

Slide 3 - Tekstslide

10 min. speling
Leerdoelen
Aan het eind van de les kun je:
  • Vertellen wat men verstaat onder 'rouwen' 
  • Uitleggen wat de 5 fasen van rouw zijn en wat deze inhouden
  • Benoemen welke moeilijkheden een DA kan ondervinden bij rouw in de praktijk en wat hij/zij hieraan kan doen 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling overlijden
Mogelijkheden tot lijkbezorging:
  • Begraven, Cremeren, Zeemansgraf of Resomeren
  • Lichaam ter beschikking stellen van de wetenschap
Keuze hangt af van persoonlijke voorkeur, geloof, cultuur, omgeving etc.

Uitvaart mag pas plaatsvinden na indienen van akte van overlijden:
  • Na 36 uur en binnen 6 werkdagen na overlijden
  • A-verklaring (overlijden) en B-verklaring (doodsoorzaak)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling overlijden (2)
Na een overlijden moet er veel geregeld worden:
  • Testament 
  • Verzekeringen regelen
  • Bankzaken en belastingzaken regelen
  • Huis laten overzetten op één naam
  • Instanties op de hoogte brengen (werkgever, verenigingen, donaties)

Voor de uitvaart en de aangifte van overlijden kan de uitvaartondernemer ingeschakeld worden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na een overlijden komt een periode van rouw

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rouwen
Rouw: Periode waarin mensen een (groot) verlies verwerken
  • Overlijden, maar ook scheiding, gezondheid, een baan etc.
  • Vraagt om tijd en een veilige plek om gevoelens te uiten
  • Iedereen rouwt op zijn/haar eigen manier
  • Iedereen rouwt op zijn/haar eigen tempo

Verlieservaringen uit het verleden bepalen mede hoe iemand vandaag omgaat met rouw.

Slide 8 - Tekstslide

Balans tussen draagkracht en draaglast heeft invloed op hoe je omgaat met rouw

Het is daarbij belangrijk dat ze niet alleen worden gelaten.
Ook respect voor het unieke proces van iedere persoon is nodig. Iemand kan niet op bevel een bepaalde fase doorleven of afsluiten. Bewustzijn van het proces helpt wel om te (h)erkennen wat er gebeurt en om geduld te hebben.
 
 
Opdracht 'Rouw en communicatie'

1. Waar denk jij aan bij rouw?
2. Wat betekent het voor jou persoonlijk?
3. Heb je ervaring met overlijden/rouw
     op je stage?
4. Hoe ging je hier mee om?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasen van rouw
Vijf rouwfasen van Elisabeth Kübler-Ross:
  1. Ontkenning: 'Dit gebeurt niet bij mij'
  2. Woede: 'Waarom met mij?'
  3. Onderhandelen:  'Ik beloof een betere persoon te worden als...'
  4. Verdriet en depressie: 'Ik geef het op'
  5. Aanvaarding: 'Ik ga verder met mijn leven'

Geen lineair proces, dat iedereen stap voor stap doorloopt. 
Bij iedereen verloopt het rouwproces anders. 

Slide 10 - Tekstslide

Ontkenning: “Dit gebeurt niet bij mij.”
Ontkenning is een bewuste of onbewuste weigering om de realiteit onder ogen te zien. Het is een natuurlijke vorm van zelfbescherming. Het helpt om zelf te bepalen in welk tempo het verdriet wordt toegelaten. We laten niet meer binnen dan we aankunnen. Sommige mensen blijven echter opgesloten in deze fase.
 
Woede: “Waarom met mij?”
Als de waarheid tot iemand is doorgedrongen ontstaat er vaak boosheid. In deze periode is de rouwende meestal moeilijk te benaderen. Onder de woede ligt de pijn.
 
Marchanderen: ”Ik beloof een betere persoon te worden als...”
In deze fase probeert men te onderhandelen. Men belooft het één te doen als er iets anders tegenover staat. Men denkt bijvoorbeeld "Als ik vanaf nu heel aardig ben voor iedereen, dan kan ik vast mijn kinderen nog wel zien opgroeien". Veelal is de hoop (op herstel) een grote drijfveer.
 
Verdriet en depressie: ”Ik geef het op.”
Wanneer men de realiteit begint te accepteren komen gevoelens van verdriet, spijt, angst en onzekerheid naar boven. Vaak dienen ook verliezen uit het verleden zich weer aan. De rouwende is bijna niet meer te bereiken. Men kan behoefte hebben aan het steeds weer uiten van het verdriet. Op de bodem van het verdriet ligt vaak woede. Onderdrukte woede is vaak de oorzaak van een depressie.
 
Aanvaarding: “Ik ga verder met mijn leven.”
Als iemand voldoende tijd en vaak ook enige hulp heeft gehad om door de genoemde fasen te gaan begint men de realiteit te accepteren. Er komt berusting en men kan onthechten, loslaten. Loslaten is niet hetzelfde als vergeten. Het is het verlies een plaats geven in het leven en verder gaan.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rouw in de praktijk
Ga naar de volgende website (klik hier

Er staan op deze site adviezen over wat je het beste kunt doen als je rouwt.

Welke adviezen zou jij als DA ook geven? 
En welke niet? Waarom wel/niet?

timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is lastig als DA?
  • Hoe ga je om met het verdriet dat je ziet?
  • Je moet weer door met je werk, maar hoe doe je dat zonder patiënt tekort te doen?
  • Je deelt niet zelf in de pijn en in het verdriet, maar hoe laat je zien dat je wel meeleeft?
  • Welke woorden kies je, welke zinnen kun je zeggen, hoe is je intonatie?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je zeggen?

Slide 14 - Woordweb

Bedenk een zin die je kunt gebruiken in de praktijk om met voorgenoemde situaties om te gaan. Wat zou je kunnen zeggen en hoe zeg je dit?
Huiswerk
Opdracht 'Diversiteit en Rouw'

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies