Grenzen aangeven
1 / 28
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Hoe geef jij jouw grenzen aan?
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Is dit over de grens?
A
ja!
B
neen!
C
op het randje van de grens!
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Is dit over de grens?
A
ja!
B
neen!
C
op het randje van de grens!
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Is dit over de grens?
A
ja!
B
neen!
C
op het randje van de grens!
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Is dit over de grens?
A
ja!
B
neen!
C
op het randje van de grens!
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Wat klopt niet?
A
Als iemand zijn of haar grens aangeeft moet je dit respecteren. Ook al wil je het zelf anders.
B
Als je je ergens ongemakkelijk bij voelt zeg of toon je dit best zo snel mogelijk.
C
Als je op iets hebt toegezegd mag je nadien niet meer zeggen dat je het toch niet ziet zitten.
D
Iemand aanraken of aangeraakt worden doe je enkel als je dat allebei graag wil en fijn vind.
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Wat doe jij als iemand over je grens gaat?
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
"Je bent een seut als je niet meedoet."
Slide 25 - Woordweb
Het is pas aan als we getongd hebben.
