Have got

HAVE GOT/HAS GOT
BEZIT
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

HAVE GOT/HAS GOT
BEZIT

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
leren gebruiken van het werkwoord hebben in het Engels

Slide 2 - Tekstslide

Have got
  • Have got betekent hebben
  • Je gebruikt have got om te zeggen of vragen wat iemand heeft. 
  • I have got a cat.
  • Ik heb een kat.

Slide 3 - Tekstslide

HAVE GOT

I have got
you have got
he, she, it HAS got

we have got
you have got
they have got

Slide 4 - Tekstslide

Wat is juist?
A
I have got an owl.
B
I has got an owl.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is juist?
A
The doctor have got a lot of patients.
B
The doctor has got a lot of patients.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Mr Biden have got a white house.
B
Mr Biden has got a white house.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is juist?
A
They have got 5 dogs.
B
They has got 5 dogs.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is juist?
A
You have got a bike.
B
You has got a bike.

Slide 9 - Quizvraag

Harry Potter ... ... an owl.

Slide 10 - Open vraag

I ... ... a star ship.

Slide 11 - Open vraag

She ... ... an umbrella.

Slide 12 - Open vraag

You ... ... a book.

Slide 13 - Open vraag

Vragen met to have (got)
- They have got a bunk bed.
   - Have they got a bunk bed?
- You have got a nice house.
   - Have you got a nice house?


Slide 14 - Tekstslide

Vragen 'have got'
Om vragen te maken met 'have got' moet je de volgorde van de zin veranderen. 
Je begint de zin met have of has, daarna komt het onderwerp en daarachter got

She has got a sister                       - Has she got a sister?
We have got enough time           - Have we got enough time?

Slide 15 - Tekstslide

Wat is goed?
Vragen maken met have got.
A
Have he a new bike?
B
Has my parents a new car?
C
Have they got new shoes?
D
Has they got new glasses?

Slide 16 - Quizvraag

Maak een vraagzin van:
You have got a black t-shirt.

Slide 17 - Open vraag

Maak een vraagzin van:
I have got two pets.

Slide 18 - Open vraag

Maak een vraagzin van:
You have got a nice house.

Slide 19 - Open vraag

he, she & it HAS GOT
I, you, we & they HAVE
SAMENVATTING

Slide 20 - Tekstslide