Ongelijkheid in arme en rijke landen

Mulderij? Wie is dat?


- Docent aardrijkskunde.
- Wielrennen. (topsport)
- Gehandicapt
- Gezelligheid! 
- Mongolië
- Reizen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mulderij? Wie is dat?


- Docent aardrijkskunde.
- Wielrennen. (topsport)
- Gehandicapt
- Gezelligheid! 
- Mongolië
- Reizen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen in periode 2?
Hoofdstuk 1 afronden voor de kerst.
Een PW tussendoor (week 45 paragraaf 2 t/m 5 + schaal). 
Een praktische opdracht (infographic?) 
Proefwerk in de proefwerkweek. 




Slide 2 - Tekstslide

Deze les? 

Herhaling 
Korte uitleg 
Aan de slag!
Je weet: 
1. Hoe je de wereld kunt indelen in centrum, semiperiferie en periferie. 

2. economische activiteiten kunt verdelen in een aantal sectoren. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe meet je welvaart?
A
Door het BNP, de VN-welzijnindex en de verdeling van de beroepsbevolking te meten
B
Door de levensverwachting, de koopkracht en de alfabetiseringsgraad te meten
C
Door het BNP
D
Door het BNP, de koopkracht en de beroepsbevolking te meten.

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn centrum landen
A
De meest onderontwikkelde landen
B
De meest ontwikkelde landen in Afrika
C
De meest ontwikkelde landen in de wereld
D
De meest ontwikkeld landen in de periferie.

Slide 5 - Quizvraag

Leg het centrum-periferie model uit.

Slide 6 - Open vraag

Welke 4 sectoren zijn er?
A
Primair, secundair, tertiair en cinqair
B
Primair, secundair, tertiair en quartair
C
Er zijn maar 3 sectoren.

Slide 7 - Quizvraag

Ongelijkheid
Grote verschillen in welvaart in een land noemen we sociale ongelijkheid. 

10% van de bevolking van Brazilië verdient 45% van het BNP. 

Slide 8 - Tekstslide

Regionale ongelijkheid
Grote verschillen in gebieden in een land noemen we regionale ongelijkheid. 

Tegenstelling Londen en omgeving

Slide 9 - Tekstslide

Formele en informele sector
Alles wat meetelt in het BNP is formeel en valt dus onder de formele sector. (hier heeft de overheid zicht op) 

Opbrengsten die je niet terug kan vinden in de officiële statistieken en gegevens noemen we de informele sector. 
Denk aan schoenenpoetsers in India etc. 

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
Lezen paragraaf 3 & 4 
Maken opdracht 1 t/m 4 van paragraaf 3!

Slide 11 - Tekstslide