Klas 1 - Quiz hoofdstuk 4: Ongelijkheid
1 / 19
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Sociale ongelijkheid is hetzelfde als ruimtelijke ongelijkheid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Bekijk het kaartje. Gaat dit over sociale ongelijkheid of ruimtelijke ongelijkheid?
A
sociale ongelijkheid
B
ruimtelijke ongelijkheid
Slide 3 - Quizvraag
Geef aan of het volgende kenmerk gaat over periferie, semi-periferie of centrum:
Veel mensen werken in de landbouw
Veel mensen werken in de landbouw
A
Periferie
B
Semi-Periferie
C
Centrum
Slide 4 - Quizvraag
Geef aan of het volgende kenmerk gaat over periferie, semi-periferie of centrum:
Veel mensen werken in fabrieken
Veel mensen werken in fabrieken
A
Periferie
B
Semi-periferie
C
Centrum
Slide 5 - Quizvraag
Geef aan of het volgende kenmerk gaat over Periferie, semi-periferie of centrum:
Veel mensen werken in de dienstensector
Veel mensen werken in de dienstensector
A
Periferie
B
Semi-periferie
C
Centrum
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de periferie?
A
Landen met een hoge welvaart en veel mensen in de industrie
B
Landen met een lage welvaart en bijna niemand in de informele sector
C
Landen met een hoge welvaart en veel ongelijkheid
D
Landen met een lage welvaart en een laag BBP
Slide 7 - Quizvraag
Kijk naar het plaatje hiernaast. Gaat het hier om sociale of ruimtelijke ongelijkheid?
A
sociale ongelijkheid
B
ruimtelijke ongelijkheid
Slide 8 - Quizvraag
Formele sector
Informele sector
Slide 9 - Sleepvraag
Het verschil tussen de formele en informele sector is dat...
A
Bij de formele sector het verdiende geld niet bekend is bij de overheid en niet meetelt voor het bbp
B
Bij de formele sector het verdiende geld wel bekend is bij de overheid en wel meetelt voor het bbp
C
Bij de informele sector het verdiende geld wel bekend is bij de overheid en niet meetelt voor het bbp
D
Bij de informele sector het verdiende geld niet bekend is bij de overheid en wel meetelt voor het bbp
Slide 10 - Quizvraag
Een groot verschil tussen mensen in de formele en informele sector zorgt voor...
A
Sociale achterstand
B
Sociale cohesie
C
Sociale ongelijkheid
D
Sociale werkdruk
Slide 11 - Quizvraag
Formele sector
Informele sector
Sleep de woorden naar het juist sector:
Informele sector
Auto's wassen voor de buren
Minister bij de overheid
Automonteur
Oppassen
Rommelmarkt verkopen
Docent AK
Slide 12 - Sleepvraag
Het BBP is:
A
Het Bruto Buitenlands Product
B
Alles wat in een jaar in een land verdiend wordt
C
Het gemiddelde inkomen
D
Het Bruto Binnenlands Product
Slide 13 - Quizvraag
Het BBP van Nederland is hoger
dan het BBP van China.
dan het BBP van China.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Het BBP per hoofd van Nederland is hoger
dan het BBP per hoofd van China.
dan het BBP per hoofd van China.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
In landen uit de periferie heb je veel welvaartsziekten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Welke van onderstaande redenen is GEEN reden voor de sociale ongelijkheid in Nederland?
A
lage uitkering voor ouderen
B
lager salaris door lager opleidingsniveau
C
veel mensen werken in de informele sector
D
werkloosheid (geen baan hebben)
Slide 17 - Quizvraag
Welvaart
Welzijn
Inkomen
Beroepsbevolking
Levensverwachting
Alfabetiseringsgraad
