Uitleggen hoe je eigenschappen in een stamboom weergeeft
Uitleggen waar stamboomonderzoek voor gebruikt wordt
Slide 3 - Tekstslide
Stambomen
In de afbeelding zie je
een stamboom van een
gezin
In de linkse afbeelding zie je dit door foto's van het gezin en in de rechtste afbeelding zie je symbolen.
Slide 4 - Tekstslide
Stambomen
Die symbolen en hun kleur zeggen iets over geslacht
en over de erfelijke eigenschap die een persoon heeft
Slide 5 - Tekstslide
Stambomen
Daarnaast gaat het in deze stamboom over
de eigenschap haarkleur, wat wordt aangegeven met
de kleuren blauw en geel
Lees voor deze eigenschappen de legenda goed door!
Slide 6 - Tekstslide
Stambomen
In deze stamboom zie je dat beide ouders
en 2 van hun 3 kinderen zwart haar hebben
1 kind heeft blond haar
Met de informatie van deze stamboom
kan je de genotypen voor haarkleur
van het hele gezin bepalen
Slide 7 - Tekstslide
Stambomen - bepalen van het genotype
Ook bij het bepalen van het genotypen in stambomen doorloop je een aantal stappen - Schrijf hierbij weer mee!
Stap 1 - Kijk welk fenotype iedereen uit de stamboom heeft
Slide 8 - Tekstslide
Stambomen - bepalen van het genotype
Stap 1 - Kijk welk fenotype iedereen uit de stamboom heeft
Moeder - zwart haar
Vader- zwart haar
Zoon - zwart haar
Dochter 1 - zwart haar
Dochter 2 - blond haar
Slide 9 - Tekstslide
Stambomen - bepalen van het genotype
Stap 2 - Wat is het genotype van het kind met een ander fenotype dan vader en moeder?
Beide ouders hebben zwart haar, 1 kind heeft blond haar
Een fenotype dat afwijkt van dat van beide ouders, kan alleen ontstaat als beide ouders heterozygoot zijn! (bijvoorbeeld Aa)
Slide 10 - Tekstslide
Stambomen - bepalen van het genotype
Als beide ouders heterozygoot zijn..
moet het kind met een andere haarkleur van haar beide ouders het recessieve allel hebben gekregen en weet je dat dit kind homozygoot recessief is en het genotype dus aa is
Slide 11 - Tekstslide
Stambomen - bepalen van het genotype
Stap 3 - Schrijf bij de stamboom wat je nu weet over het genotype van de andere gezinsleden
De gezinsleden met zwart haar hebben in ieder geval
1 dominant allel (A)
Slide 12 - Tekstslide
Stambomen - bepalen van het genotype
Stap 4 - vul de genotypen zo veel mogelijk aan
Je weet dat ouders heterozygoot (Aa) zijn, anders zouden ze geen blondharig kind kunnen krijgen (aa)
Je weet nu dus ook dat de kinderen met zwart haar
zowel homozygoot dominant als heterozygoot kunnen zijn
(AA of Aa)
Slide 13 - Tekstslide
Waarom doen we stamboomonderzoek
De belangrijkste reden voor stamboomonderzoek is om te kijken of eventuele erfelijke ziektes doorgegeven kunnen worden
Het tekstblokje uit het boek ga je even zelfstandig doornemen!