Communicatie (in)formeel + misverstanden communicatie

Communicatie
Informeel en formeel
Misverstanden in de communicatie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Communicatie
Informeel en formeel
Misverstanden in de communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Wat is formeel?

Slide 2 - Woordweb

(In)formeel
-Taalgebruik
-Houding
-Kleding
-Situatie

Slide 3 - Tekstslide

Verbaal
Non-verbaal
Houding
Kleding
Taalgebruik

Slide 4 - Sleepvraag


A
Formeel
B
Informeel

Slide 5 - Quizvraag


A
Formeel
B
Informeel

Slide 6 - Quizvraag


A
Formeel
B
Informeel

Slide 7 - Quizvraag


A
Formeel
B
Informeel

Slide 8 - Quizvraag

Sollicitatiegesprek
A
Formeel
B
Informeel

Slide 9 - Quizvraag

Zakelijk
Hi Jan!
Geachte meneer/mevrouw, 
Spreektaal
Met vriendelijke groet,
Groetjes!
Hoe gaat ie?
Liefs, 
Hopelijk hoor ik snel van u, 
Informeel
Formeel

Slide 10 - Sleepvraag

Hoogachtend,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 11 - Quizvraag

Kijk uit joh!

A
formeel
B
informeel

Slide 12 - Quizvraag

Bij schrijven zo weinig mogelijk tot geen zinnen beginnen met: 'Ik..'
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Waarom?
Ontvanger boodschap:
- waarnemen (wat heb ik gehoord, gezien, gevoeld, geroken, geproefd)
- interpreteren (wat betekent dat voor mij)
- evalueren (wat vind ik daarvan)
De boodschap wordt gefilterd door:
- eigen ervaringen in het verleden
- eigen normen en waarden (opvattingen over wat hoort en niet hoort)
- eigen verwachtingen
- overtuigingen over jezelf
- persoonlijke betekenis bij woorden/gebeurtenissen (gevoelswaarde)

Slide 15 - Tekstslide

1

Slide 16 - Video

00:10
Ze zegt: 'Ik houd van je rok' en 'schattig' bedoelt ze dit ook?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Hoe kan je miscommunicaties voorkomen?

Slide 18 - Woordweb

Hoe voorkomen?
Alleen invloed op jezelf.
Op je eigen houding, kleding, gezichtsuitdrukking, blik enz.
Op hoe jij de boodschap brengt:
toon, de inhoud van de boodschap, jij denkt vooruit over hoe de ontvanger dingen heeft meegemaakt om daar de boodschap op aan te passen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat doe je als er al een miscommunicatie is ontstaan?

Slide 22 - Open vraag

Wie heeft er gelijk?
A
Allebei
B
Links
C
Rechts
D
Niemand

Slide 23 - Quizvraag