Hoofdstuk 6 - Afsluiting
1 / 29
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
timer
1:00
Type de kleuren
uit de regenboog
achter elkaar
uit de regenboog
achter elkaar
Slide 4 - Woordweb
Directe
lichtbron
Indirecte
lichtbron
Lamp
TV-Scherm
Paard
Regenboog
Maan
Stoplicht
Kaarsvlam
Slide 5 - Sleepvraag
Wat gebeurt er met groen licht dat op een wit T-shirt schijnt?
A
Omgezet in warmte
B
Absorberen
C
Terugkaatsen
D
Wordt zwart
Slide 6 - Quizvraag
Welke straling veroorzaakt dat je bruin wordt?
A
Infrarood (IR)
B
Ultraviolet (UV)
C
Licht
D
Warmte
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor de kleurenband die je in een regenboog ziet?
Slide 8 - Open vraag
Wat zie je als alle kleuren licht worden geabsorbeerd?
A
Wit
B
Zwart
C
Regenboog
D
Lichtbron
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Hoe noem je het donkerste gedeelte van een schaduw?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Als de aarde precies tussen de maan en de zon staat, ontstaat er een ..
A
Regenboog
B
Spectrum
C
Zonsverduistering
D
Maansverduistering
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Maak de zin af:
Hoek van inval = Hoek van ..........
Hoek van inval = Hoek van ..........
A
Bijval
B
Spiegel
C
Terugkaatsing
D
Absorberen
Slide 15 - Quizvraag
De hoek van inval meet je tussen de lichtstraal en de ....
A
Spiegel
B
Hoek van terugkaatsing
C
Normaal
D
Voorwerpsafstand
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Wat is het juiste
spiegelbeeld?
spiegelbeeld?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Noem een apparaat
waar lenzen in zitten?
waar lenzen in zitten?
Slide 21 - Woordweb
Bolle
lens
Holle
lens
Dikker in het midden
Divergeren
Zit in je oog
Positieve lens
Convergeren
Negatieve lens
Vergrootglas
Dikker aan de zijkant
Slide 22 - Sleepvraag
Het scherpstellen van je ooglens noem je ...
Slide 23 - Open vraag
Als je in een donkere ruimte bent wordt je pupil
A
Kleiner
B
Groter
C
Zwart
D
Wit
Slide 24 - Quizvraag
Welk onderdeel van je oog brengt de informatie naar je hersenen?
A
Hoornvlies
B
Oogzenuw
C
Netvlies
D
Iris
Slide 25 - Quizvraag
Welk kenmerk van een beeld hoort NIET bij je ooglens?
A
Het beeld is veel kleiner dan het voorwerp
B
Het beeld staat op zijn kop
C
Links en rechts zijn verwisseld
D
Hoe dichterbij, hoe kleiner het beeld
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Wat vond je van deze les?
