Tweedimensionele kunst

Tweedimensionele kunst
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstbeschouwingSecundair onderwijs

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Tweedimensionele kunst

Slide 1 - Tekstslide

2. Schilderkunst 
  • Schilderkunst = een beeldende kunst waarbij lijnen en kleuren met verf aangebracht worden op een plat vlak. 
  • Schildertechniek = technische middelen en ambachtelijke methoden die gebruikt worden om een schilderij of muurschildering te maken 
  • Schilderstijl = geheel van uitdrukkingsvormen die de schilder in een bepaalde periode kenmerken. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Schildertechnieken op basis van materiaal 
  1. Fresco = muur als plafondschilderingen als eeuwenoude schildertechniek: muurschildering met verf op een natte kalklaag 
  2. Tempera = verf op basis van een mengsel van fijngemalen kleurstof en verdund eigeel
  3. Olieverf = droogt langzaam, kan lang aanpassingen gebeuren

Slide 4 - Tekstslide

Fresco 
Italiaans voor 'vers'
= schilderen op vers aangebracht, nat pleisterwerk waardoor de pigmenten geabsorbeerd worden. 
Voordat de kalk wordt aangebracht, tekent de kunstenaar eerst met houtskool de afbeelding. 
Giornata = dagdeel omdat de ondergrond vochtig moet zijn, kan slechts een dagdeel geschilderd worden. 

Slide 5 - Tekstslide

Romeins fresco uit de mysteriënvilla in Pompeï, vóór 79 n.C. 

Slide 6 - Tekstslide

Etruskisch fresco uit de tombe van Orucs in Tarquinia (Italië), 4e eeuw v.C.

Slide 7 - Tekstslide

Fresco ‘De Annunciatie’ van Piero della Francesca in de basiliek van Arezzo (Italië), tussen 1452 en 1466.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Tempura
Het mengsel van eigeel en pigmenten leverde een dunne, goed hechtende, maar vooral ook sneldrogende verf op. Dat maakte het schilderen met tempura best moeilijk. Het kon slechts in kleine porties gemaakt worden en verwerkt worden. Tempura was niet transparant! 

Slide 10 - Tekstslide

Begrippen 
  • Iconen = zijn afbeeldingen van Christus, Maria of heiligen geschilderd op een houten paneel. Ze behoren tot de Oosters-orthodoxe godsdiensten. 
  • Iconografie = bestuderen en beschrijven van de inhoudelijke onderwerpen uit de  beeldende kunsten
  • Miniatuurkunst = versiering of boekverluchting in middeleeuwse manuscripten, die monniken met de hand overschreven en verfraaiden. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Miniatuurkunst 

Slide 13 - Tekstslide

Laatste avondmaal Leonardo da Vinci (1519)

Slide 14 - Tekstslide

Olieverf 
Jan Van Eyck was de eerste die overstapte van tempura naar olieverf. Hij bracht in zijn werk verschillende dunne, doorschijnende lagen aan waardoor er meer diepte en realisme gecreëerd werd = voordelen olieverf 
Hans Memling, Rogier van der Weyden volgden snel 

Slide 15 - Tekstslide

Pentimento 
= de ondertekening = de schets of tekening die op de grondlaag van een schilderij werd aangebracht, leert ons veel over de intenties van de schilder en het proces dat bij het maken van het werk doorlopen wordt. 
De onderliggende schetsen zijn zichtbaar met infraroodfotografie. 

Slide 16 - Tekstslide

Pentimento driekoningen drieluik Jan van Eyck

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Schildertechnieken op basis van werkwijze
  1. Alla prima 
  2. Dripping 
  3. Airbrush 
  4. Collage 

Slide 19 - Tekstslide

3. Grafiek

Slide 20 - Tekstslide

Soorten grafiek 
  1. Hoogdruk 
  2. Diepdruk 
  3. Vlakdruk
  4. Doordruk 

Slide 21 - Tekstslide

1. Hoogdruk 
Oudste vorm van drukken
De tekening wordt verhoogd aangebracht op de drukvorm. 
In het begin werd hout gebruikt = houtgravures en houtsnedes
 

Slide 22 - Tekstslide

Oefening blz 29
Bekijk het filmpje en beantwoord onderstaande vragen in je cursus.
1. De houtsnede werkt als een soort stempel. Welke delen worden afgedrukt? 
2. Met welk belangrijk kenmerk moet de maker van de houtsnede rekening houden? 
3. Leid uit de context af wat een 'guts' is? 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Japanse houtsnede = Ukiyo-e
  • Midden 18de eeuw populair in Europa 
  • Grote invloed op Europese kunstwereld 
  • Voornamelijk op het impressionisme en het postimpressionisme
  • Van Gogh had een grote bewondering voor de krachtige lijnvoering en liet zich er meermaals door inspireren 

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld hoogdruk, Hokusai, De grote golf ca 1830-1831

Slide 26 - Tekstslide

2. Diepdruk
= het drukbeeld wordt verdiept aangebracht. De hele drukvorm wordt voorzien van een inktlaag. Die wordt afgestreken, zodat de inkt alleen in de verdiepte delen blijft zitten. 
Bekend voorbeeld = de ets (opvolger van de gravure)

Slide 27 - Tekstslide

Oefening blz 30
Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen in je cursus op blz 30 
1. Wat gebruikt de kunstenaar om de tekening weg te krassen? 
2. Wat is het nut van het zuurbad? 
3. Welke delen worden gedrukt? 
4. Waarop lijkt een afgewerkte ets? 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Rembrandt van Rijn was niet enkel een barokschilder, maar ook een belangrijke etser. Hier zie je Rembrandt, de predikende Christus ca 1647-1649

Slide 30 - Tekstslide

3. Vlakdruk 
= de af te drukken delen liggen op gelijke hoogte met de niet af te drukken delen. Er worden twee stoffen gebruikt die elkaar afstoten: water en vet. 
Eerst wordt de drukplaat vochtig gemaakt, waarbij de gladde delen van de drukplaat het water afstoten en de ruwere delen het water aantrekken. Daarna wordt de plaat geïnkt, waarbij het water de vette inkt afstoot. 

Een voorbeeld is de lithografie = steendruk. Deze was heel populair rond de jaren 1890. Deze techniek was lang het middel om afbeeldingen af te drukken in kranten, tijdschriften, boeken en affiches. 

Slide 31 - Tekstslide

Oefening blz 31
Bekijk het filmpje en beantwoord onderstaande vragen. 
1. Verklaar de Nederlandse term 'steendruk'. 
2. Op welk materiaal wordt de afbeelding in eerste instantie gemaakt? 
3. Waarvoor dient het gebruik van de Arabische gom? 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Henri de Toulouse-Lautrec heeft de lithografie als kunstvorm bekendgemaakt en technisch verbeterd. Zijn experimenten met de kleurenlithografie zijn een van de belangrijkste kunstvormen van de 19de eeuw

Slide 34 - Tekstslide

4. Doordruk 
= de inkt drukt door de open delen van de drukvorm 

Voorbeeld is de zeefdruk, wordt gebruikt voor meerdere  grafische doeleinden, zoals affiches, kunstdrukken, maar ook textielbedrukking. 

Slide 35 - Tekstslide

Andy Warhol (1929-1987) 
Bekendste voorbeeld van zeefdruktechniek 

Zijn techniek = zwart-witfoto's van zijn onderwerpen via zeefdruk op doek aan te brengen. Daarna beschilderde hij ze met felle kleuren. 

Wereldberoemd zijn volgende werken (zie hieronder)

Slide 36 - Tekstslide

Tripple Elvis (1963), Andy Warhol

Slide 37 - Tekstslide

Four Marlons (1966), Warhol

Slide 38 - Tekstslide

Marilyn Monroe, Warhol

Slide 39 - Tekstslide

Campbell soepblikken, Warhol

Slide 40 - Tekstslide

Popart

kunststroming = popart = ° jaren '50 en '60 van de 20ste eeuw, ze reageerden tegen het elitaire abstract expressionisme. Ze wilden hun kunst naar het volk brengen en zochten inspiratie op straat en in de massaconsumptie. De naam is afgeleid van popular art 
Warhol is hier trekker van! 

Slide 41 - Tekstslide

Oefeningen 
Maak oefening 17 en 18 op blz 32. 

Ga naar scoodle en maak daar de digitale oefeningen die klaar staan voor je. 

Slide 42 - Tekstslide