NeBu Politiek Juridisch les 2

NeBu Politiek Juridisch les 2
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

NeBu Politiek Juridisch les 2

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Open vraag

Aan het einde van deze les:
- Heb je kennis van een monarchie
- Heb je kennis van een republiek
Heb je kennis van verschillende politieke stromingen (socialisme, liberalisme, conservatisme)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat is een monarchie?
Definitie
Een monarchie is een bestuursvorm waarbij het staatshoofd een monarch is, zoals een koning, koningin, keizer of sultan. De titel is vaak erfelijk en gaat over van generatie op generatie binnen een koninklijke familie.

Soorten Monarchieën

Absolute Monarchie
De monarch heeft volledige macht.
Voorbeeld: Saudi-Arabië.

Constitutionele Monarchie
De macht van de monarch is beperkt door een grondwet.
Voorbeeld: Nederland, België, Verenigd Koninkrijk.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een republiek?
Definitie
Een republiek is een bestuursvorm waarbij het staatshoofd geen monarch is, maar meestal een president. De macht is gebaseerd op een grondwet en gekozen vertegenwoordigers.
Presidentiële Republiek
De president is zowel staatshoofd als regeringsleider.
Voorbeeld: Verenigde Staten, Brazilië.
Parlementaire Republiek
De president heeft een ceremoniële rol, en de regering wordt geleid door een premier.
Voorbeeld: Duitsland, Italië.
Semi-Presidentiële Republiek
Macht wordt gedeeld tussen een president en een premier.
Voorbeeld: Frankrijk, Rusland.

Slide 6 - Tekstslide


Republieken in de wereld
https://nl.wikipedia.org/wiki/Republiek




Slide 7 - Tekstslide

Monarchieën in de wereld 
https://nl.wikipedia.org/wiki/Monarchie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Politieke stromingen: Het socialisme


Kernwaarden:
Gelijkheid: Sociale gelijkheid staat centraal; ongelijkheid in inkomen en macht moet worden verminderd.
Solidariteit: Het welzijn van de gemeenschap gaat boven individuele belangen.
Overheid: Een actieve overheid die de economie en maatschappij reguleert om gelijke kansen te creëren.
Belangrijke Ideeën:
Collectief eigendom: Belangrijke productiemiddelen (zoals fabrieken en grondstoffen) moeten in handen zijn van de gemeenschap of de staat.
Sociale voorzieningen: De staat moet zorgen voor onderwijs, gezondheidszorg, en sociale zekerheid voor iedereen.
Progressieve belastingen: Hogere inkomens dragen meer bij, om herverdeling van welvaart te realiseren.

Slide 10 - Tekstslide

Politieke stromingen: Liberalisme


Kernwaarden:
Individuele vrijheid: Iedereen heeft het recht om zijn eigen keuzes te maken, zolang het anderen niet schaadt.
Eigen verantwoordelijkheid: Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun succes en welzijn.
Beperkte overheid: De overheid moet zich vooral richten op het beschermen van basisrechten en het handhaven van orde.
Belangrijke Ideeën:
Vrije markt: Economische vrijheid en concurrentie zorgen voor groei en innovatie.
Rechtsstaat: Burgers hebben gelijke rechten en de overheid moet deze beschermen.
Persoonlijke vrijheid: Vrijheid van meningsuiting, geloof, en ondernemerschap zijn essentieel.
Historische Context:
Ontstaan in de Verlichting (18e eeuw) als reactie op absolute monarchieën en strikte religieuze controle.
Belangrijke figuren: John Locke, Adam Smith, John Stuart Mill.

Slide 11 - Tekstslide

Politieke stromingen: conservatisme
Kernwaarden:
Traditie: Waarden en normen uit het verleden bieden stabiliteit en richting voor de toekomst.
Gemeenschap: Het collectieve belang en sociale cohesie zijn belangrijker dan individuele belangen.
Scepticisme over verandering: Voorzichtige en geleidelijke hervormingen, om chaos en instabiliteit te voorkomen.
Belangrijke Ideeën:
Beperkte rol van de overheid: De staat moet orde handhaven en tradities beschermen, maar geen radicale veranderingen opleggen.
Cultuur en religie: Culturele en religieuze waarden zijn de basis van een stabiele samenleving.
Verantwoordelijkheid: Individuen moeten bijdragen aan hun gemeenschap en gezin, met minder afhankelijkheid van de staat.
Historische Context:
Ontstaan als reactie op de Franse Revolutie (18e eeuw), die conservatieven als te radicaal en chaotisch zagen.
Belangrijke figuren: Edmund Burke, die pleitte voor behoud van tradities en sociale orde.

Slide 12 - Tekstslide

Standpunt Onderwijs moet de traditionele waarden van discipline en verantwoordelijkheid bevorderen, waarbij eigen bijdrage een middel is om deze te versterken.
Conservatisme 
Liberalisme
Confessionalisme
Socialisme
Standpunt: Onderwijs moet gratis zijn, want het is een recht voor iedereen en draagt bij aan gelijke kansen.
Standpunt: Studenten betalen zelf hun opleiding, want het levert hen een persoonlijke investering op en stimuleert verantwoordelijkheid.
Onderwijs moet toegankelijk zijn, maar religieuze en maatschappelijke instanties spelen een belangrijke rol in het ondersteunen van kansarme studenten

Slide 13 - Sleepvraag

Belastingen moeten beperkt blijven, maar mogen worden ingezet om traditionele maatschappelijke structuren, zoals gezinnen en lokale gemeenschappen, te beschermen.
Conservatisme 
Liberalisme
Confessionalisme
Socialisme
Progressieve belastingen moeten worden ingevoerd, zodat hogere inkomens meer bijdragen en er sociale gelijkheid ontstaat.
Belastingen moeten zo laag mogelijk blijven om economische vrijheid en ondernemerschap te stimuleren.
Belastingen zijn belangrijk, maar moeten gericht zijn op het ondersteunen van gezinnen en gemeenschapsstructuren.

Slide 14 - Sleepvraag

Zorg moet gericht zijn op het behoud van traditionele gezinsstructuren, en lokale gemeenschappen moeten een grotere verantwoordelijkheid nemen in de ondersteuning van zorg.

Conservatisme 
Liberalisme
Confessionalisme
Socialisme
De zorg moet volledig publiek gefinancierd zijn, zodat iedereen recht heeft op toegang, ongeacht inkomen.
Gezondheidszorg moet concurrerend blijven; mensen kunnen zelf een zorgverzekeraar kiezen die bij hun behoeften past.
Zorg moet solidair zijn, waarbij religieuze en maatschappelijke organisaties een rol spelen in de uitvoering.

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Video

De Nederlandse grondwet
https://www.denederlandsegrondwet.nl/
Grondwet van Nederland

Definitie: De Grondwet is het hoogste recht van Nederland en legt de basisregels voor de organisatie van de staat vast, evenals de rechten en vrijheden van burgers.
Doelen van de Grondwet:
Regelt de macht van de overheid (bijv. de verdeling van de macht tussen de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht).
Beschermt de fundamentele rechten van burgers (bijv. vrijheid van meningsuiting, recht op privacy).
Zorgt voor de democratische structuur van het land.
Belangrijke onderwerpen in de Grondwet:
Grondrechten: Vrijheid van meningsuiting, gelijkheid, recht op privacy.
De monarchie: De rol van de koning(in).
De parlementaire democratie: De werking van de Eerste en Tweede Kamer.
Verkiezingen: Regels voor eerlijke en vrije verkiezingen.


De Grondwet kan alleen worden gewijzigd door een speciale procedure, waaronder goedkeuring door twee Kamers van de Staten-Generaal en een verkiezing daarna.

Slide 17 - Tekstslide

Wat vind jij belangrijke grondrechten?

Slide 18 - Open vraag

Grondrechten
Zoek de Nederlandse grondwet via Google en lees deze eens door

Beantwoord daarna het vragenblad

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link