In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Gevolgen klimaatverandering
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
kunnen uitleggen wat het verschil is tussen natuurlijk en versterkte broeikaseffect is
kunnen benoemen van de gevolgen van de opwarming van de aarde en uitleggen aan de hand van voorbeelden
Slide 2 - Tekstslide
Welke vorm van aantasting zien we hier?
A
Eutrofiëring
B
Verzilting
C
Uitputting
D
Verzuring
Slide 3 - Quizvraag
Welke vorm van aantasting zien we hier?
A
Eutrofiëring
B
Verzilting
C
Uitputting
D
Verzuring
Slide 4 - Quizvraag
Welke vorm van aantasting zien we hier?
A
Luchtvervuiling
B
Opwaaien van bodemdeeltjes
C
Klimaatverandering
D
Zeespiegelstijging
Slide 5 - Quizvraag
Welke vorm van aantasting zien we hier?
A
Watervervuiling
B
Eutrofiëring
C
Lozing van koelwater
D
Verzuring
Slide 6 - Quizvraag
Welke vorm van aantasting zien we hier?
A
Watervervuiling
B
Eutrofiëring
C
Lozing van koelwater
D
Verzuring
Slide 7 - Quizvraag
Milieuaantasting in de bodem
Vervuiling door schadelijke stoffen - met name door mijnbouw, industrie en landbouw
Eutrofiëring (te veel voedingsstoffen) - door overmatig gebruik van mest en kunstmest - door uitstoot van stikstofhoudende gassen
Verzilting (toename zoutgehalte) - door irrigatie in de landbouw
Uitputting (achteruitgang van bodemkwaliteit) - door te intensief grondgebruik in de landbouw
Verzuring (het neerslaan van verzurende stoffen) - door uitstoot in de landbouw en industrie
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Nakijken vragen
Par 2
Par 3
Par 4 1 tm 3
Slide 10 - Tekstslide
Versterkt broeikaseffect = Extra opwarming door uitstoot broeikasgassen door de mens
Slide 11 - Tekstslide
De gemiddelde temperatuur op aarde is 15 graden. Hoeveel zou dat zijn zonder broeikaseffect?
A
11 graden
B
0 graden
C
-7 graden
D
-18 graden
Slide 12 - Quizvraag
Stelling 1: Sinds het begin van de industriële revolutie is de concentratie van CO2 in de dampkring met bijna de helft toegenomen
Stelling 2: Door het ‘versterkt broeikaseffect’ is het op aarde bijna 1 °C warmer dan 140 jaar geleden.
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Gevolgen van opwarming van de aarde
Zeespiegelstijging
Het weer wordt extremer
Landbouwopbrengst daalt
Slide 15 - Tekstslide
Zeespiegelstijging
Uitzetten van zeewater
Smelten van gletsjers en kleine ijskappen en het slinken van de grote ijskappen op Groenland en Antarctica
in: 2100 tussen de 25 en 80 cm stijging
Slide 16 - Tekstslide
Welk(e) antwoord(en) zijn juist?
De zeespiegelstijging:
A
Heeft wereldwijde gevolgen
B
Is overal ter wereld hetzelfde
C
Zeespiegel stijgt tot 80 cm in 2100
D
Raakt vooral kust- en laag gelegen gebieden
Slide 17 - Quizvraag
Het weer wordt extremer
Hittegolven, droogte, zware buien met piekafvoeren, overstromingen, orkanen, bosbranden, schade aan de biodiversiteit en bedreiging van de volksgezondheid
Slide 18 - Tekstslide
De landbouwopbrengst daalt in gebieden waar het droger wordt, met als gevolg honger en ondervoeding
Door opwarming van de aarde daalt de landbouwopbrengst in gebieden waar het droger wordt, met als gevolg honger en ondervoeding
Slide 19 - Tekstslide
Door al deze gevolgen zal het aantal klimaatmigranten wereldwijd toenemen, vooral in dichtbevolkte kustgebieden in ontwikkelingslanden.