Betoog schrijven

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Betoog schrijven

Slide 2 - Tekstslide

In deze les: 
-Kenmerken van een betoog
- Structuur en opbouw
          - Tekstindeling
          - Signaalwoorden
- Bronvermelding
           - Citeren
           - Parafraseren


Slide 3 - Tekstslide

Doelen
- Je kunt overtuigend en overzichtelijk een betoog schrijvenl 
- Je kunt een betoog schrijven met behulp van een bouwplan;
-Je bent in staat samenhang te creëren in je tekst;
- Je weet kunt bronvermeldingen correct toepassen in de lopende tekst;
- Je kunt een alinea opbouwen volgens een vaste structuur. 

Slide 4 - Tekstslide

Het tekstdoel van een betoog is:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
opiniëren

Slide 5 - Quizvraag

Het tekstdoel van een beschouwing is:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
opiniëren

Slide 6 - Quizvraag

Leg in eigen woorden uit wat het doel opiniëren inhoudt.

Slide 7 - Open vraag

De onderstaande stelling is bruikbaar voor een betoog:
Ik weet niet of het een goed idee is om een vuurwerkverbod in te voeren!
ja
nee
weet niet

Slide 8 - Poll

De onderstaande hoofdvraag is bruikbaar voor een beschouwing:
Is het een goed idee om het koningshuis af te schaffen?
ja
nee
weet niet

Slide 9 - Poll

Wat hoort er bij een betoog?

Slide 10 - Woordweb

Nieuwe informatie
Anekdote
De stelling 
Tegenargument en weerlegging
A1, A2, A3
Herhalen standpunt
Samenvatten argumenten
Begin
Midden
Slot

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Tekstslide

Opbouw alinea
Bouw je alinea's in je middenstuk op volgens SEXI:
State: Begin je alinea met een signaalwoord en kernzin.
Explain: Werk je alinea uit met uitleg
Illustrate: Geef voorbeelden en toelichting

Rond je alinea af met een slotzin!


Slide 13 - Tekstslide

koppeling tussen alinea's
  • herhaling / synoniemen
  • aankondigende zin
  • overgangszin (verwijswoord)
  • signaalwoorden

    filmpje met signaalwoorden en verwijswoorden


Slide 14 - Tekstslide

Zet inde juiste volgorde:
1. Een beperkte woordenschat heeft ook negatieve gevolgen voor het tekstbegrip.
2. Niet alleen tijdens het kringgesprek leidt een geringe woordenschat tot problemen.
3. Leerlingen met een beperkte woordenschat zullen hierdoor minder begrijpen van het verhaal tijdens het voorlezen.
4. Een beperkte woordenschat heeft dus invloed op de hele schoolcarrière van een leerling.
A
2, 3, 1, 4
B
4, 2, 3, 1
C
2, 1, 3, 4
D
4, 1, 3, 2

Slide 15 - Quizvraag

goed of fout?
Intrinsieke motivatie is essentieel om tot fundamentele ontwikkeling te komen. De drie psychologische basisbehoeften autonomie, relatie en competentie liggen daaraan ten grondslag. (2013, Schilder)
Goed
Fout

Slide 16 - Poll

goed of fout?
Bijen definieert (2001) motivatie als volgt: ‘Motivatie is als een vuur van binnenuit. Als iemand anders dat vuur onder jou probeert op te stoken, dan is de kans groot dat het maar kort zal branden’ (p. 203).
goed
fout

Slide 17 - Poll

goed of fout?
"Zo kelderde het vertrouwen in de Oranjes in het afgelopen jaar naar 47 procent"(redactie, de Gelderlander, 2021).
goed
fout

Slide 18 - Poll

goed of fout?
Volgens Meijer & Kelkes (2021) zijn studenten van de Pabo altijd gemotiveerd en betrokken.
goed
fout

Slide 19 - Poll

Bronnenlijst (achterin documap)


Van Santen, G. M. (2020). Handboek jaarrekening 2020. Wolters Kluwer.



wie
wanneer
wat
waar

Slide 20 - Tekstslide

Ik weet nu wat ik nog moet doen/aanpassen aan mijn documentatiemap om een betoog/beschouwing te schrijven!
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll