SE Schrijven 5 havo

SE Schrijven 
betoog, beschouwing of essay



bovenbouw havo/vwo
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

SE Schrijven 
betoog, beschouwing of essay



bovenbouw havo/vwo

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
-verschillen betoog/beschouwing/essay
- structuur opbouw alinea's middenstuk
-correcte bronvermelding
-

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
- Je kunt een alinea opbouwen volgens een vaste structuur. 
Je weet kunt bronvermeldingen correct toepassen in de lopende tekst.
- Je kunt een bronnenlijst opstellen volgens de APA-richtlijnen 
- Je kunt een betoog, beschouwing en essay schrijven met behulp van een bouwplan.
-Je bent in staat samenhang te creëren in je tekst;

Slide 3 - Tekstslide

Het tekstdoel van een betoog is:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
opiniëren

Slide 4 - Quizvraag

Het tekstdoel van een beschouwing is:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
opiniëren

Slide 5 - Quizvraag

Leg in eigen woorden uit wat het doel opiniëren inhoudt.

Slide 6 - Open vraag

De onderstaande stelling is bruikbaar voor een betoog:
Ik weet niet of het een goed idee is om een vuurwerkverbod in te voeren!
ja
nee
weet niet

Slide 7 - Poll

De onderstaande hoofdvraag is bruikbaar voor een beschouwing:
Is het een goed idee om het koningshuis af te schaffen?
ja
nee
weet niet

Slide 8 - Poll

Opbouw alinea
Bouw je alinea's in je middenstuk op volgens SEXI:
State: begin je alinea met een signaalwoord en kernzin.
Explain: werk je alinea uit met uitleg
Illustrate: geef voorbeelden en toelichting

Rond je alinea af met een slotzin! Een uitsmijter maakt je tekst helemaal af. 


Slide 9 - Tekstslide

koppeling tussen alinea's
  • herhaling / synoniemen
  • aankondigende zin
  • overgangszin (verwijswoord)
  • signaalwoorden

    filmpje met signaalwoorden en verwijswoorden


Slide 10 - Tekstslide

Zet inde juiste volgorde:
1. Een beperkte woordenschat heeft ook negatieve gevolgen voor het tekstbegrip.
2. Niet alleen tijdens het kringgesprek leidt een geringe woordenschat tot problemen.
3. Leerlingen met een beperkte woordenschat zullen hierdoor minder begrijpen van het verhaal tijdens het voorlezen.
4. Een beperkte woordenschat heeft dus invloed op de hele schoolcarrière van een leerling.
A
2, 3, 1, 4
B
4, 2, 3, 1
C
2, 1, 3, 4
D
4, 1, 3, 2

Slide 11 - Quizvraag

goed of fout?
Intrinsieke motivatie is essentieel om tot fundamentele ontwikkeling te komen. De drie psychologische basisbehoeften autonomie, relatie en competentie liggen daaraan ten grondslag. (2013, Schilder)
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quizvraag

goed of fout?
Bijen definieert (2001) motivatie als volgt: ‘Motivatie is als een vuur van binnenuit. Als iemand anders dat vuur onder jou probeert op te stoken, dan is de kans groot dat het maar kort zal branden’ (p. 203).
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

goed of fout?
"Zo kelderde het vertrouwen in de Oranjes in het afgelopen jaar naar 47 procent"(redactie, de Gelderlander, 2021, pag. 5).
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

goed of fout?
Volgens Meijer & Kelkes (2021) zijn studenten van de Pabo altijd gemotiveerd en betrokken.
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

Bronnenlijst (achterin documap)


Van Santen, G. M. (2020). Handboek jaarrekening 2020. Wolters Kluwer.



wie
wanneer
wat
waar

Slide 16 - Tekstslide

Ik weet nu hoe ik in bronnen moet verwerken (in lopende tekst en in de bronnenlijst)
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll