Straks geef je een korte presentatie over je sprookje.
(Maak dus een korte beschrijving van het sprookje.)
- Wie is/zijn de goede karakters?
o Welke eigenschappen heeft deze?
- Wie is/zijn de slechte figuren?
o Welke eigenschappen heeft deze?
- Wat is de boodschap van dit sprookje?
--- Wie gaat het woord doen? ---