Oktoberfest

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al over het...
Oktoberfest?

Slide 2 - Woordweb

Leerdoel
- Na deze les kun je iets meer over het Oktoberfest vertellen.


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Tracht
Männer: Lederhose
Frauen: Dirndl

Slide 5 - Tekstslide

Das Fahrgeschäft

Slide 6 - Tekstslide

die Wiesn

Slide 7 - Tekstslide

15

Slide 8 - Video

0

Slide 9 - Video

0

Slide 10 - Video

01:08
Hoe groot is het terrein (hoeveel voetbalvelden groot)?

Slide 11 - Open vraag

01:31
3. Hoe wordt het terrein ook wel genoemd?
A
Wiesn
B
Partymeile
C
Bierfeld
D
Münchener Kirmes

Slide 12 - Quizvraag

02:22
Wanneer begint men met het opbouwen van het oktoberfest?
A
oktober
B
juni
C
september
D
juli

Slide 13 - Quizvraag

02:28
Hoe heet de achtbaan?

Slide 14 - Open vraag

04:11
Hoeveel vrachtwagens zijn er nodig om de achtbaan te vervoeren van
jaarmarkt naar jaarmarkt?

Slide 15 - Open vraag

05:57
Hoe vaak wordt de achtbaan gecontroleerd en een testrit gereden?

Slide 16 - Open vraag

07:00
Wie opent het feest?

Slide 17 - Open vraag

08:27
Hoe oud is de attractie met de loopband al?

Slide 18 - Open vraag

09:57
Wanneer vond het eerste oktoberfeest plaats?
A
> 100 jaar geleden
B
> 200 jaar geleden
C
> 300 jaar geleden

Slide 19 - Quizvraag

11:27
Wat vond er tijdens de allereerste “Oktoberfest” plaats?
A
paardenrace
B
voetbaltoernooi
C
bokswedstrijd

Slide 20 - Quizvraag

13:33
Wat is de inhoud van “eine Maß Bier”?
A
0,5 l
B
0,25 l
C
1 l
D
1,5 l

Slide 21 - Quizvraag

15:53
Wat betekent het bij de vrouwen als de strik aan de linkerkant
zit en niet rechts?

A
niet geïnteresseerd
B
weduwe
C
getrouwd
D
vrijgezel

Slide 22 - Quizvraag

19:28
Waarmee heeft de Wiesnpolizei vooral te maken? En wat doen
ze nog meer?

A
zakkenrollers
B
agressieve mensen
C
kinderen/ouders herenigen
D
mensen de weg wijzen

Slide 23 - Quizvraag

20:08
Welke (hulp)diensten zijn er nog meer aanwezig?

Slide 24 - Open vraag

20:47
De vrouw jodelt. Wat is de oorsprong hiervan?

Slide 25 - Open vraag