Mavo 2 les 11 30 september Haben + Oktoberfest

1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
-e
-st
-t

-en
-t
-en
haben (hebben)
regel: stam + uitgang

haben
stam: -en eraf
-> hab


uitleg

Slide 4 - Tekstslide

Ich .... kein Lust.
A
habe
B
hast
C
hat
D
haben

Slide 5 - Quizvraag

Max ... fast den Weltmeistertitel gewonnen.
A
habe
B
hast
C
hat
D
haben

Slide 6 - Quizvraag

Bij welke persoonlijk voornaamwoorden gebruik je "haben"
A
wir, seid
B
wir, sie
C
wir, ihr

Slide 7 - Quizvraag

Oktoberfest

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Hoe groot is het terrein (hoeveel voetbalvelden groot)?

Slide 10 - Open vraag

3. Hoe wordt het terrein ook wel genoemd?
A
Wiesn
B
Partymeile
C
Bierfeld
D
Münchener Kirmes

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer begint men met het opbouwen van het oktoberfest?
A
oktober
B
juni
C
september
D
juli

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heet de achtbaan?

Slide 13 - Open vraag

Hoeveel vrachtwagens zijn er nodig om de achtbaan te vervoeren van
jaarmarkt naar jaarmarkt?

Slide 14 - Open vraag

Hoe vaak wordt de achtbaan gecontroleerd en een testrit gereden?

Slide 15 - Open vraag

Wie opent het feest?

Slide 16 - Open vraag

Hoe oud is de attractie met de loopband al?

Slide 17 - Open vraag

Wanneer vond het eerste oktoberfeest plaats?
A
< 100 jaar geleden
B
< 200 jaar geleden
C
< 300 jaar geleden

Slide 18 - Quizvraag

Wat vond er tijdens de allereerste “Oktoberfest” plaats?
A
paardenrace
B
voetbaltoernooi
C
bokswedstrijd

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de inhoud van “eine Maß Bier”?
A
0,5 l
B
0,25 l
C
1 l
D
1,5 l

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent het bij de vrouwen als de strik aan de linkerkant
zit en niet rechts?

A
niet geïnteresseerd
B
weduwe
C
getrouwd
D
vrijgezel

Slide 21 - Quizvraag

Waarmee heeft de Wiesnpolizei vooral te maken? En wat doen
ze nog meer?

A
zakkenrollers
B
agressieve mensen
C
kinderen/ouders herenigen
D
mensen de weg wijzen

Slide 22 - Quizvraag

Welke (hulp)diensten zijn er nog meer aanwezig?

Slide 23 - Open vraag

De vrouw jodelt. Wat is de oorsprong hiervan?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Video

Op welk beroemd feest is Checker Tobi?
A
Fall der Mauer
B
Weihnachtsmarkt
C
Oktoberfest
D
Herbstfest

Slide 26 - Quizvraag

Wat weet je al over ....
Oktoberfest

Slide 27 - Woordweb

3

Slide 28 - Video

01:04
Hoeveel voetbalvelden bevat het festivalterrein (alleen cijfers gebruiken)

Slide 29 - Open vraag

01:19
Wat is de Theresiawiese.
A
Op de wijze van Theresia.
B
Theresia is de eigenaar.
C
Een groot grasveld.

Slide 30 - Quizvraag

01:23
Hoe noemen de mensen uit München het Oktoberfest ?

Slide 31 - Open vraag

4

Slide 32 - Video

02:25
Wanneer beginnen ze doorgaans met de bouw van het Oktoberfest?
A
Mei
B
Juli
C
Juni
D
Augustus

Slide 33 - Quizvraag

02:48
Hoeveel tijd kost het bouwen van de Alpina "Achterbahn"
A
1 Woche
B
2 Wochen
C
3 Wochen

Slide 34 - Quizvraag

04:11
Hoeveel LKW's (vrachtwagens) zijn er nodig om de achtbaan te vervoeren (vul alleen getal in).

Slide 35 - Open vraag

04:29
Wat zijn "Fahrgeschäfte"?
A
auto's
B
woonwagens
C
vrachtauto's
D
attractie's

Slide 36 - Quizvraag

3

Slide 37 - Video

07:21
Hoeveel Fahrgeschäfte zijn er op het Oktoberfest.
A
Meer dan 50
B
Meer dan honderd
C
Meer dan 150
D
Meer dan tweehonderd

Slide 38 - Quizvraag

07:38
Hoeveel "Essenstände" zijn er op het Oktoberfest? (vul getal in)

Slide 39 - Open vraag

07:58
Hoeveel jaar staat de "Krinoline" op het Oktoberfest? (alleen getal invoeren)

Slide 40 - Open vraag

3

Slide 41 - Video

10:27
Wat was de reden van het eerste Oktoberfest
A
Bruiloft
B
Paardenwedstrijd
C
Feestdag

Slide 42 - Quizvraag

10:56
Welke volgorde klopt
A
Eettentjes, attracties, paardenrennen
B
Paardenrennen, eettentjes, attracties
C
Attracties, paardenrennen, eettentjes

Slide 43 - Quizvraag

11:41
Waarom begint het Oktoberfest in september?
A
Past beter in de agenda's
B
Anders valt het tegelijk met de herfstvakantie.
C
Het is te kort na de zomer
D
Het weer is dan beter.

Slide 44 - Quizvraag

5

Slide 45 - Video

12:18
Wat zijn de drie essentials in een Biertent (Bierzelt)
A
Bier, Wurst und Brezel
B
Bier, Hänchen, Brezel
C
Wurst, Hänchen en Brezel
D
Wein, Hänchen und Brezel

Slide 46 - Quizvraag

12:49
Hoeveel halve haantjes worden er tijdens het Oktoberfest gegeten (alleen getallen invullen)

Slide 47 - Open vraag

13:34
Hoeveel liter glazen bier (Maß) kan Liesl dragen? (alleen getal invoeren)

Slide 48 - Open vraag

13:53
Hoeveel kilometer lopen de bediendes gemiddeld in twee weken? (alleen getallen invoeren)

Slide 49 - Open vraag

14:13
Hoe noem je de typische "Trachten" van Bayern en dus Oktoberfest?
A
Dirndl und Hose
B
Dirndl und Hörnerkappe
C
Dirndl und Lederhose

Slide 50 - Quizvraag

1

Slide 51 - Video

Slide 52 - Tekstslide

20:52
Hoe is het "jodelen" onstaan?
A
Vroeger waren de mensen erg moe na het werken en dan zongen ze woordeloze klanken
B
Vroeger had je nog geen telefoon en jodelden ze om elkaar dingen op afstand duidelijk te maken.
C
Alleen rijke gezinnen hadden alpenhoorns, de anderen moesten jodelen om die muziek te maken

Slide 53 - Quizvraag