Klas 3 - Eerste les

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bonjour!

Programme

• Wat heb je nodig voor Frans?
• Jezelf voorstellen
• Korte herhaling
  
• Aan de slag

Wat heb je nodig?

• Boek
• Schrift
• Pen 
• Laptop

Jezelf voorstellen

• nom
• âge
• ville
• famille
• ... 

Weet je het nog?

Hoe vraag je of je naar de wc mag?

1. Je peux ouvrir la fenêtre?
2. Je peux aller aux toilettes?
3. Je peux utiliser un dictionnaire?
4. Vous avez un stylo pour moi?

jij bent

1. tu as
2. tu es

dinsdag =

1. mercredi
2. vendredi
3. jeudi
4. mardi

de mobiele telefoon =

Hij kan / hij mag

1. il peux
2. il peut
3. il veux
4. il veut

Hoe zeg je dat je een klein zusje hebt?

aller

Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord

il/elle

nous

vous

ils/elles

tu

je

allons

vont

vais

allez

vas

va

treize =

1. 13
2. 14
3. 15
4. 16

jullie hebben

ik zou graag willen =

1. je voudrais
2. je prends
3. j'ai faim
4. j'ai besoin

 faire

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

tu

je

fait

font

faites

fais

faisons

fais

In welke zin is de ontkenning correct gebruikt?

1. Je n'aime pas danser
2. Ne j'aime pas danser
3. J'aime ne pas danser
4. J'aime ne danser pas

noteer in cijfers:
quatre-vingt-douze

jij hebt

u gaat

zij zijn

ik ben

wij hebben

hij gaat

tu as

nous avons

il va

ils sont

vous allez

je suis

Réponds:
Qu'est-ce que tu as fait cet été?

Dans ma chambre, il y a ...

Prenez vos livres

Fais exercice 2

Les devoirs

Reviser les verbes avoir et être