Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Devoir Faire en aller
Le verbe aller, faire, devoir
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Le verbe aller, faire, devoir
Slide 1 - Tekstslide
'Aller' betekent
A
gaan
B
zijn
C
kunnen
D
willen
Slide 2 - Quizvraag
Aller
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
vais
vas
va
allons
allez
vont
Slide 3 - Sleepvraag
Zet in de goede vorm:
Tu (aller) à Zwolle.
A
vais
B
vas
C
va
D
allons
Slide 4 - Quizvraag
Kies de juiste vorm:
Il ___ au restaurant.
A
vais
B
vas
C
va
D
vont
Slide 5 - Quizvraag
Kies de juiste vorm:
Nous ___ au cinéma.
A
vas
B
va
C
allons
D
allez
Slide 6 - Quizvraag
Zet in de goede vorm:
Vous (aller) à Lille.
A
vas
B
allons
C
va
D
allez
Slide 7 - Quizvraag
'Faire' betekent...
A
zijn
B
kunnen
C
hebben
D
maken, doen
Slide 8 - Quizvraag
FAIRE : Combineer blauw met rood
wij doen
zij doet
jij doet
ik doe
jullie doen
zij doen
nous faisons
je fais
ils font
tu fais
elle fait
vous faites
Slide 9 - Sleepvraag
Vous (faire) du sport
A
faisez
B
fallez
C
faites
D
fêtes
Slide 10 - Quizvraag
Je (faire) du foot.
A
fais
B
vais
C
fait
D
vas
Slide 11 - Quizvraag
nous (faire) du cheval
A
fairons
B
faisons
C
faxons
D
fallons
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent devoir
Slide 13 - Open vraag
devoir : Combineer blauw met rood
wij moeten
zij moet
jij moet
ik moet
jullie moeten
zij moeten
nous devons
je dois
elles doivent
tu dois
elle doit
vous devez
Slide 14 - Sleepvraag
je .... (devoir, p)
A
dois
B
doit
C
doivent
D
devons
Slide 15 - Quizvraag
nous ....(devoir, p)
A
dois
B
devez
C
doivent
D
devons
Slide 16 - Quizvraag
il / elle / on ....(devoir, p)
A
devez
B
devons
C
doit
D
dois
Slide 17 - Quizvraag
tu ....(devoir, p)
A
dois
B
doit
C
doivent
D
devons
Slide 18 - Quizvraag
vous .... (devoir, p)
A
devons
B
doivent
C
dois
D
devez
Slide 19 - Quizvraag
Wordt devoir met avoir of être vervoegd in de passé composé?
A
être
B
avoir
Slide 20 - Quizvraag
devoir (ils, p)
A
ils doit
B
ils devent
C
il doient
D
ils doivent
Slide 21 - Quizvraag
(devoir,présent) jij moet
A
tu doit
B
tu dois
Slide 22 - Quizvraag
devoir (vous, p.c)
A
vous avons dû
B
vous êtes du
C
vous avez dû
D
vous dû
Slide 23 - Quizvraag
devoir (nous, p.c)
A
nous avons dû
B
nous sommes dûs
C
vous avez dû
D
nous devions
Slide 24 - Quizvraag
(devoir, passé composé) hij heeft gemoeten
A
il a dû
B
il est dû
C
il du
Slide 25 - Quizvraag
Dit komt helemaal goed op de toets!
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 26 - Poll
Meer lessen zoals deze
Verbes devoir, faire, aller
Oktober 2022
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
V3 werkwoorden p.2
Januari 2022
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Le lundi 22 janvier (H3c-s04)
Januari 2024
- Les met
13 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3a lundi 22 janvier 2024
Januari 2024
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Verbes faire en aller
September 2022
- Les met
20 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3mavo-15-11-23
November 2023
- Les met
40 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
devoir - présent et p.c.
Mei 2023
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
aller, faire, devoir
Januari 2022
- Les met
28 slides