In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Magister
Kan iedereen nu in Magister?
Wie kan Magister niet in de app openen?
Slide 2 - Tekstslide
Is je telefoon in de kluis?
Zo niet, leg hem dan even op mijn bureau.
Slide 3 - Tekstslide
Afkortingen
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen:
- Je kunt verschillende leesstrategieën toepassen op een tekst.
- Je (her)kent verschillende afkortingen.
Slide 5 - Tekstslide
Wat weet jij over afkortingen?
Slide 6 - Woordweb
Afkortingen:
Een afkorting is een vereenvoudigde schrijfwijze van een woord. Ze worden vaak gebruikt om namen, woorden en termen mee af te korten. 'Met uitzondering van' wordt bijvoorbeeld afgekort tot 'm.u.v.', terwijl enzovoorts afgekort wordt tot 'enz.
Slide 7 - Tekstslide
Gebruik je zelf wel eens afkortingen? Zo ja, wanneer?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Video
Waar staat de afkorting "horeca" voor?
A
hotel, recreatie, camping
B
hotel, restaurant, camping
C
hotel, recreatie, café
D
hotel, restaurant, café
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting 'n.v.t.'
A
niet voor tekenen
B
niet van toepassing
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting 'pers.vnw'?
A
personen en voornaamwoorden
B
persoonsvorm
C
persoons voornaamwoord
D
persoonlijk voornaamwoord
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting 'o.v.v.'?
A
Oostvoornse Voetbalvereniging
B
onder vermelding van
C
Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen
D
onder voorbehoud van
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting: t.e.a.b
A
tijd en adres bestelling
B
tegen elk aanvaardbaar bedrag
C
tegen elk aannemelijk bod
D
tegen een allerhoogst bedrag
Slide 14 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting: i.g.st.
A
in gebruikte staat
B
in goede staat
C
in gepoetste staat
D
is gedeeltelijk stuk
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting: t.a.v.
A
ter attentie van
B
ter aanvang van
C
ter aangeven van
D
ten attentie van
Slide 16 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting i.p.v?
A
ik parkeer voor
B
in plaats van
C
in parkeervakken
D
in plaats voor
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting 'yup'?
A
youth urban professional
B
youth unuse professionel
C
young unuse professional
D
young urban professionel
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting so?
A
schoolonderzoek
B
schriftelijke overhoring
C
speciale ondersteuning
D
sociale ouders
Slide 19 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
A
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij
B
Koninklijke Landings Maatschappij
C
Koninklijke Leden Maatschappij
D
Koninklijke Luiaards Maatschappij
Slide 20 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting EHBO?
A
Een hond bij ons
B
Eet hij boontjes of ...
C
Eigen hulp bij overstroming
D
Eerste hulp bij ongelukken
Slide 21 - Quizvraag
m.a.w. (wat betekent deze afkorting?)
A
moeten allemaal werken
B
met andere woorden
C
meer andere wetenschappen
D
met aftrek van winst
Slide 22 - Quizvraag
Waar staat de afkorting 'radar' voor?
A
Radio Device As Required
B
Radiation And Resolution
C
Radio Detection And Ranging
D
Radiation Detection As Required
Slide 23 - Quizvraag
Let op!:
Voor de vragen die hierna volgen, krijg je per vraag 15 seconden bedenktijd om je antwoord in te vullen.
Slide 24 - Tekstslide
Waar staat "z.s.m." voor?
timer
0:15
Slide 25 - Open vraag
Waar staat "a.u.b." voor?
timer
0:15
Slide 26 - Open vraag
Waar staat "z.o.z." voor?
timer
0:15
Slide 27 - Open vraag
Waar staat "m.b.t." voor?
timer
0:15
Slide 28 - Open vraag
Waar staat "i.v.m." voor?
timer
0:15
Slide 29 - Open vraag
Waar staat "o.a." voor?
timer
0:15
Slide 30 - Open vraag
Waar staat "btw" voor?
timer
0:15
Slide 31 - Open vraag
Waar staat "KLM" voor?
timer
0:15
Slide 32 - Open vraag
Wist je dat...
... sommige bedrijfsnamen eigenlijk ook afkortingen zijn?
Slide 33 - Tekstslide
Opdracht:
Zoek uit waar onderstaande bedrijfsnamen een afkorting van zijn en schrijf dit op: