eigen antwoorden, bijvoorbeeld:
1 Plotseling stak een enorme storm op.
Ik schrok enorm van die harde klap.
2 Tegenover onze school staat een hoog gebouw.
Anne Marthe sprong echt hoog tijdens de gymles!
3 Dit is een precies werkje!
Het ijverige meisje werkt heel precies.
4 Dit vaasje is gelukkig nog heel.
Mijn vader wordt soms heel boos op mijn broertje.