Bloedgroepen

Bloedgroepen en bloedtransfusie

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bloedgroepen en bloedtransfusie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Overzicht van de bloedgroepen?
Bloedgroep
antigenen
antistoffen
A
A
anti-B
B
B
anti-A
AB
AB
-
O
-
anti-A en anti-B

Slide 3 - Tekstslide

Bloedgroepen
Sleep naar de juiste plaats
Antistof A
Antistof B
Antistof A en antistof B
Geen antistoffen
Antigen A
Antigen B
Antigen A en antigen B
Geen antigenen

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Video

Bloedgroep 0 = universele donor
Bloedgroep AB = universele ontvanger
Bloedgroep O is een universele donor, die kan aan iedereen gegeven worden.

Bloedgroep AB is universeel ontvanger en kan dus van  iedereen bloed ontvangen

Slide 6 - Tekstslide

Donor zijn:

Slide 7 - Tekstslide

Welke bloedgroep(en) heeft/hebben de antigenen B
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 8 - Quizvraag

Welke bloedgroep(en) heeft/hebben antistoffen tegen A en B

Slide 9 - Open vraag

Welke bloedgroep(en) heeft/hebben geen antigenen
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 10 - Quizvraag

Bloedgroep bepaling:
klontering na toevoegen antistof A , dan is er een antigen A aanwezig, dus bloedgroep A (of AB)
klontering na toevoegen antistof B , dan is er een antigen B aanwezig, dus bloedgroep B (of AB)

Slide 11 - Tekstslide

Aan welke bloedgroep kan O geven
A
A
B
B
C
AB
D
Alle bloedgroepen

Slide 12 - Quizvraag

Iemand heeft bloedgroep AB.
Deze persoon kan donor zijn voor mensen met de bloedgroepen...
A
A
B
B
C
AB
D
0

Slide 13 - Quizvraag

Karel heeft een bloedtransfusie nodig.
Hij heeft bloedgroep A. Van welke bloedgroepen kan hij bloed ontvangen?
A
Alleen A
B
A & 0
C
Alleen 0
D
Alleen B

Slide 14 - Quizvraag

Iemand heeft bloed groep O. Van welke bloedgroepen kan deze persoon bloed ontvangen bij een bloedtransfusie .
A
Alleen van bloedgroep O.
B
Alleen van bloedgroep B of O.
C
Alleen van de bloedgroeppen A of O.
D
Of bloed van de bloedgroepen B, AB, A of O.

Slide 15 - Quizvraag

Iemand heeft bloed groep AB. Van welke bloedgroepen kan deze persoon bloed ontvangen bij een bloedtransfusie (we kijken nu even niet naar de resusfactor).
A
Alleen van bloedgroep AB.
B
Alleen van bloedgroep B of O.
C
Alleen van de bloedgroeppen AB of B.
D
Of bloed van de bloedgroepen B, AB, A of O.

Slide 16 - Quizvraag

bloed
antigeen
antistof
Rh+
resus
-
Rh-
-
anti-resus
De resusfactor:
De antistoffen tegen de resusfactor gaan we pas aanmaken na een eerste besmetting!

Slide 17 - Tekstslide

Wie kan bloed geven aan wie
                     (donor)      (ontvanger)

Slide 18 - Tekstslide

Resusfactor bij zwangerschap
resuskindje!

Slide 19 - Tekstslide

Resus positief hebben:
A
WEL antigenen resus
B
GEEN antigenen resus

Slide 20 - Quizvraag

Bepaal de bloedgroep:
Anti-A: klontering
Anti-B: klontering
Anti-Resus: geen klontering
A
AB+
B
AB-
C
0+
D
0-

Slide 21 - Quizvraag

Wanneer levert de resus-factor problemen op bij een zwangerschap?
A
Moeder: rh+ Kind: rh-
B
Moeder: rh+ Kind: rh+
C
Moeder: rh- Kind: rh-
D
Moeder: rh- Kind: rh+

Slide 22 - Quizvraag

Iemand heeft Resus positief bloed .
Welk bloed kan hij krijgen ?
(letten even niet op bloedgroep)

A
Resus positief bloed Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen 5 1 Stel het aantal punten invoor deze vraag. Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt. Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen. Differentiëer Differentiëer Instellingen Bij kinderen die worden ingeënt met de dktp-prik (difterie, kinkhoest, pokken en tetanus) en de BMR-prik(Bof, rode hond en mazelen)worden verzwakte ziekteverwekkers ingespoten.. Worden bij een vaccinatie antigenen ingespoten? En worden antistoffen ingespoten? A Alleen antigenen B Alleen antistoffen C Zowel antigenen als antistoffen Quizvraag Resus positief bloed
B
Resus negatief bloed
C
Resus positief en resus negatief bloed
D
Kan je zo niet zeggen

Slide 23 - Quizvraag

Anja heeft bloedgroep 0+
Welke antistoffen tegen bloedgroep-antigenen heeft Anja in haar bloed?

A
Alleen anti-resus
B
Alleen anti-A en anti-B
C
Zowel anti-A, anti-B als anti-resus

Slide 24 - Quizvraag