CH1 Vocabulary

CH1 Vocabulary
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

CH1 Vocabulary

Slide 1 - Tekstslide

Choose the correct word:
The movie was ... . I almost fell asleep.
A
boring
B
different

Slide 2 - Quizvraag

Choose the correct word:
I'd like to travel to ... new places.
A
escape
B
discover

Slide 3 - Quizvraag

Choose the correct word:
Did you ... the mail I send you?
A
rent
B
receive

Slide 4 - Quizvraag

Choose the correct word:
I slept in a ... .
A
sleeping bag
B
pool

Slide 5 - Quizvraag

Choose the correct word:
I got really ... when I watched a horror movie.
A
wrong
B
scared

Slide 6 - Quizvraag

Choose the correct word:
On holiday, a ... stung me!
A
jellyfish
B
sail

Slide 7 - Quizvraag

Translate the word to English:
mist

Slide 8 - Open vraag

Translate the word to English:
zonsondergang

Slide 9 - Open vraag

Translate the word to English:
verkennen

Slide 10 - Open vraag

Translate the word to English:
Griekenland

Slide 11 - Open vraag

Translate the word to Dutch:
rent

Slide 12 - Open vraag

Translate the word to Dutch:
summary

Slide 13 - Open vraag

Translate the word to Dutch:
(to) hike

Slide 14 - Open vraag

Translate the word to Dutch:
luggage

Slide 15 - Open vraag

Translate the sentence:
Wanneer ging je op vakantie?

Slide 16 - Open vraag

Translate the sentence:
Vertel me iets over je vakantie.

Slide 17 - Open vraag

Translate the sentence:
Frankrijk was geweldig omdat het elke dag zonnig was.

Slide 18 - Open vraag

Translate the sentence:
Als eerste maakten we foto's van de wilde dieren.

Slide 19 - Open vraag

Irregular verbs - herhaling
Leren: pagina 211 t/m 213

Slide 20 - Tekstslide

Choose the missing verb:
... - had
A
have
B
had

Slide 21 - Quizvraag

Choose the missing verb:
to send - ...
A
send
B
sent

Slide 22 - Quizvraag

Choose the missing verb:
to swim - ...
A
swim
B
swam

Slide 23 - Quizvraag

Choose the missing verb:
... - drew
A
draw
B
drawn

Slide 24 - Quizvraag

Geef de verleden tijd van:
to be

Slide 25 - Open vraag

Geef de verleden tijd van:
to forget

Slide 26 - Open vraag

Geef de verleden tijd van:
to read

Slide 27 - Open vraag

Geef de verleden tijd van:
to choose

Slide 28 - Open vraag

Geef de verleden tijd van:
to write

Slide 29 - Open vraag

Geef de verleden tijd van:
to give

Slide 30 - Open vraag