T1B6 - Meiose (reductiedeling)

Thema 1.6: meiose (reductiedeling)
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 1.6: meiose (reductiedeling)

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhalen mitose
  • Uitleg meiose
  • Zelfstandig aan de slag
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Mitose: gewone celdeling

Slide 3 - Tekstslide

spiraliseren
kopiëren
Mitose

Slide 4 - Tekstslide

Bij gewone celdeling ontstaan:
A
Lichaamscellen
B
Geslachtscellen

Slide 5 - Quizvraag

Bij mitose verandert het genotype...
A
wel
B
niet

Slide 6 - Quizvraag

Zijn de dochtercellen van de mitose uniek?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft een cel van mensen, die mitose heeft ondergaan?
A
184 chromosomen
B
92 chromosomen
C
46 chromosomen
D
23 chromosomen

Slide 8 - Quizvraag


Mitose
Waar vindt geen mitose plaats?
A
Het ontstaan van een huidcel in de huid van een olifant.
B
Het ontstaan van een bastcel in de stengel van een klimop.
C
De celdeling van een bevruchte eicel.
D
Het ontstaan van een stuifmeelkorrel.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde bij de mitose?
A
spiraliseren- kopiëren- kerndeling- celdeling
B
celdeling- spiraliseren- kerndeling- kopiëren
C
kopiëren- spiraliseren- kerndeling- celdeling
D
kopiëren- kerndeling- spiraliseren- celdeling

Slide 10 - Quizvraag

Basisstof 6
Meiose

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen:
NA DEZE LES KUN JE...
  • 1.6.1 Je kunt beschrijven hoe een reductiedeling (meiose) verloopt, wat het doel van de meiose is en wat de kenmerken ervan zijn.
  • 1.6.2 Je kunt de verschillen in de bouw van zaadcellen en eicellen noemen.
  • 1.6.3 Je kunt beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen

Slide 12 - Tekstslide

Reductiedeling (meiose)
Meiose: vorming van geslachtscellen
Mensen planten zich geslachtelijk voort met geslachtscellen:
Zaadcellen zijn mannelijke geslachtscellen.
Eicellen zijn vrouwelijke geslachtscellen.

Kijk naar de afbeelding===>
Welke is een zaadcel?
welke is de eicel?

Slide 13 - Tekstslide

Meiose : "reductiedeling": chromosomen gehalveerd.
Vorming van geslachtscellen

Slide 14 - Tekstslide

Meiose
1. kopieren
2. spiraliseren
3. paren scheiden (kopie en origineel blijven AAN ELKAAR), kernmembraan lost op
4.deldeling 1; dochtercellen bevatten 23 chromosomen MET EEN KOPIE
5. originelen en kopien gaan uit elkaar
6. celdeling 2; dochtercellen bevatten 23 enkele chromosomen

Slide 15 - Tekstslide

Mitose:
- vormen lichaamscellen
- 1x celdeling
- dochtercellen hetzelfde als moedercel
Meiose:
- vormen geslachtscellen
- 2x celdeling
- dochtercellen bevatten slechts de helft van het aantal chromosomen van de moedercel.

Slide 16 - Tekstslide

Geslachtschromosomen
23e chromosomenpaar = geslachtschromosomen
  • Meisje: XX
  • Jongen: XY

Welke chromosomen komen voor in:
Kern eicel: ?
Kern zaadcel: ?

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat:
Maak het werkblad "meiose"
Hoe
je mag overleggen (wel fluistertoon)
Hulp nodig?
boek of vraag je buur/docent
Uitkomst:
Het werkblad is ingevuld. Je weet hoe de meiose werkt.
Klaar?
Maak opgave 4 t/m 6
Aan de slag!
timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Basisstof 6: opgave 4 t/m 6

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Reductiedeling noemen we ook wel ...
A
Mitose
B
Matrose
C
Microse
D
Meiose

Slide 23 - Quizvraag

Vindt ongeslachtelijke voortplanting plaats door de gewone celdeling (mitose) of door reductiedeling (meiose)?
A
Gewone celdeling
B
Reductiedeling

Slide 24 - Quizvraag

Zaadcellen worden gevormd door ?
A
Meiose
B
Mitose
C
Gewone celdeling
D
Reductiedeling

Slide 25 - Quizvraag

Wat hoort bij reductiedeling?
A
Meiose
B
De chromosomen worden gesplitst
C
46 chromosomen wordt 23
D
Mitose

Slide 26 - Quizvraag

Na reductiedeling voor de geslachtscellen heb je ... chromosomen in deze cel.
A
46
B
32
C
23
D
16

Slide 27 - Quizvraag

In welk van de genummerde delen vindt reductiedeling plaats?
A
1
B
3
C
5
D
11

Slide 28 - Quizvraag

In welk(e) van de genummerde organen vindt reductiedeling plaats?
A
11
B
10
C
9
D
5

Slide 29 - Quizvraag

Is de deling van een bevruchte eicel een gewone celdeling of een reductiedeling?

A
gewone celdeling
B
reductiedeling

Slide 30 - Quizvraag

Bij gewone celdeling ontstaan:
A
Lichaamscellen
B
Geslachtscellen

Slide 31 - Quizvraag

Een cel bevat 21 chromosomen na de deling.
Komt dit door mitose of meiose?
Hoeveel chromosomen heeft een lichaamscel?
A
Mitose, 21
B
Meiose, 21
C
Mitose, 42
D
Meiose, 42

Slide 32 - Quizvraag

The end.

Slide 33 - Tekstslide

Huiswerk 
  • Lezen basisstof 1.6
  • maken en nakijken 1.6     (blz. 38 t/m 39)

Slide 34 - Tekstslide