In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Reflexen & het autonome zenuwstelsel
Thema 5 BS4
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de functie van reflexen en een reflexboog beschrijven
Je kunt de werking van het autonome (vegetatieve) zenuwstelsel beschrijven
Slide 2 - Tekstslide
Begrippen BS4
reflex
reflexboog
reactiesnelheid
autonome zenuwstelse
orthosympatische zenuwstelsel
parasympatische zenuwstelsel
innerveren
doelwitorgaan
dubbele innervatie
Slide 3 - Tekstslide
bewuste reactie
onbewuste reactie
zwaaien
knipperen met oog
ademhalen
niezen
tegen voetbal trappen
Slide 4 - Sleepvraag
Slide 5 - Video
Reflexen zijn vaste (altijd hetzelfde), snelle, onbewuste reacties op bepaalde prikkels. Waarom is het belangrijk dat ze snel zijn?
Slide 6 - Open vraag
prikkel
receptor
effector
schakelcel
sensorische neuron
motorische neuron
Slide 7 - Sleepvraag
Er zijn ook reflexen waar je hersenen wel bij betrokken worden. Denk maar aan de reflex als je iets heets aanraakt. Je voelt dan pijn en zegt "au", maar dat is pas nadat je hand alweer weg is. Dit laat zien dat de reflex al voorbij is voordat je hersenen iets doorhebben. Toch is er een goede reden waarom je hersenen wel geïnformeerd worden. Waarom denk je?
Slide 8 - Open vraag
Autonome zenuwstelsel
Onwillekeurige zenuwstelsel: gaat buiten je wil om
Verdeeld in orthosympatisch (actie!) en parasympatisch (rust en herstel)
Alle doelwitorganen zijn verbonden met een orthosympatische zenuw en een parasympatische zenuw. Dit heet dubbele innervatie
Dubbele innervatie zorgt voor homeostase, want elk orgaan kan worden gestimuleerd en geremd