de ontkenning

Hoe vertaal je niet of geen in het Frans?
1 / 15
volgende
Slide 1: Open vraag
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Hoe vertaal je niet of geen in het Frans?

Slide 1 - Open vraag

de ontkenning
Connecte-toi à Lesson UP 

Slide 2 - Tekstslide

maak de zin ontkennend:
je vais au supermarché ce matin

Slide 3 - Open vraag

Stappenplan
1. Zoek de persoonsvorm.
2. zet ne  ervoor en pas erna
3. let op de klinkerbotsing ne wordt n'


Slide 4 - Tekstslide

Maak de zin ontkennend:
hier j'ai rencontré mon prof de maths.

Slide 5 - Open vraag

Maak de zin ontkennend:
Je veux faire mes devoirs à 16h00.

Slide 6 - Open vraag

Maak de zin ontkennend:
C'est bien!

Slide 7 - Open vraag

Maak de zon ontkennend:
Il y a beaucoup de monde.

Slide 8 - Open vraag

Let op 
C'est (het is) -> ce n'est pas (het is niet)
C'est bien  -> ce n'est pas bien

Il y a (er is/er zijn)  -> il n'y a pas  (er is geen)
Il y a une pharmacie -> il n'y a pas de pharmacie

Slide 9 - Tekstslide

andere vormen van
ontkenning

Slide 10 - Woordweb

La négation - de ontkenning 
De ontkenningen:
niet, geen       = ne ...... pas
niet meer       = ne ...... plus
nooit                = ne ...... jamais
niets                 = ne .... rien
nog niet          = ne ...... pas encore
niemand        = ne.... personne

    


  • Op de puntjes komt het eerste werkwoord van de zin.
  • Begint het werkwoord met een klinker of h? Dan schrijf je n' in plaats van ne!

Slide 11 - Tekstslide

Faire: 
exercices A4

Slide 12 - Tekstslide

Correction 16c
  1. Mon père n'aime pas le fromage
  2. Il n'achète pas toujours son fromage au marché
  3. Mais ce n'est pas cher
  4. Demain, il ne va pas acheter son fromage au supermarché

Slide 13 - Tekstslide

Correction 17c
  1. Il ne regarde plus la télé.
  2. Nous n'allons jamais à la plage.
  3. Il n'est pas encore arrivé.
  4. Tu n'achètes rien.
  5. Vous n'allez jamais à Paris.
  6. Ils ne vont plus  manger au restaurant.

Slide 14 - Tekstslide

Correction 17d
  1. Il ne regarde plus la télé.
  2. Nous n'allons jamais à la plage.
  3. Il n'est pas encore arrivé.
  4. Tu n'achètes rien.
  5. Vous n'allez jamais à Paris.
  6. Ils ne vont plus  manger au restaurant.

Slide 15 - Tekstslide